Bruine eikenbastmineermot
Familie: Nepticulidae
-
Deze soort is eigenlijk geen bladmineerder maar een schorsmineerder. De mijn is gelijkaardig aan die van Ectoedemia atrifrontella en tot nu toe zijn er weinig of geen verschillen tussen gevonden.
-
De waardplant van deze soort is Quercus robur maar waarschijnlijk ook andere soorten Quercus.
|
Familie: Nepticulidae
-
Voor het eerst ontdekt in de provincie Luik in 2020.
-
De kans bestaat dat deze soort ook op eik mineert.
-
De soort prefereert open beukenbossen met jonge bomen. Kijk vooral aan de kant waar de zon de schors kan beschijnen. Alleen te vinden op bomen met een gladde schors.
|
Familie: Nepticulidae
-
Met zekerheid vastgesteld in België door genitaalpreparatie.
|
Familie: Nepticulidae
-
Stengelmineerder.
-
De plant ondervind geen problemen bij de minerende activiteiten van de rups in de stengel.
|
Familie: Nepticulidae
-
Stengelmineerder.
-
Wanneer er verschillende mijnen op één en dezelfde plant zitten dan zijn ze van een afstandje reeds makkelijk te herkennen.
-
Het verschil tussen Trifurcula immundella en Leucoptera spartifoliella is soms moeilijk te zien.
|
Gebandeerde rolklavermineermot
Familie: Nepticulidae
-
Deze soort is gecheckt geweest op DNA door Camiel Doorenweerd en werd in Nederland aldus gedetermineerd naar Trifurcula eurema.
-
Gelijkende soort is bij ons Trifurcula cryptella die aan de hand van de mijnen zo goed als niet uit elkaar te houden.
-
Komt in het zuiden van Europa het meest voor op Dorycnium spec. zoals hirsutum, pentaphyllum en rectum en ook op andere soorten Lotus.
|
Eenvlekrolklavermineermot
Familie: Nepticulidae
-
Deze soort is gecheckt geweest op DNA door Camiel Doorenweerd en werd aldus gedetermineerd naar Trifurcula cryptella.
-
Gelijkende soort is bij ons Trifurcula eurema die aan de hand van de mijnen zo goed als niet uit elkaar te houden zijn.
-
Kan ook worden gevonden op Coronilla emerus, varia, Hippocrepsis comosa en Anthyllis montana.
|
Familie: Nepticulidae
-
Nieuw ontdekt in België in 2018 door de Werkgroep Bladmineerders in Andenne ~ Réserve naturelle de Sclaigneaux (NA).
-
Sindsdien nog een aantal keer waargenomen in verschillende gebieden.
-
Een artikel over deze soort zal later verschijnen in het wetenschappelijke tijdschrift Phegea.
|
Familie: Nepticulidae
-
Verlaten mijnen verkleuren zwart en zijn op die manier makkelijker te vinden.
|
Zuidelijke iepenmineermot
Familie: Nepticulidae
-
Deze soort werd door Chris Snyers nieuw ontdekt in België, daarna werd ze opnieuw gevonden door Stéphane Claerebout. Een artikel over deze soort is in voorbereiding en wordt later gepubliceerd.
|
Familie: Nepticulidae
-
Op iep kunnen in België twee soorten Nepticulidae voorkomen. Stigmella ulmivora en lemniscella.
-
Het verschil tussen die twee is makkelijk te zien aan twee gemakkelijke kenmerken:
-
De rups van Stigmella ulmivora maakt aan de onderzijde een uitsnede om de mijn te verlaten. De rups is groen.
-
De rups van Stigmella lemniscella maakt aan de bovenzijde een uitsnede om de mijn te verlaten. Hier is de rups geel van kleur.
|
Familie: Nepticulidae
-
Een soort die zo goed als overal in België voorkomt, maar nooit in grote aantallen.
-
Op populier kunnen er twee soorten Nepticulidae voorkomen bij ons.
-
Stigmella assimilella vooral op Populus tremula. Minder vaak op Populus alba.
-
Stigmella trimaculella vooral op Populus x canadensis, nigra en soms ook op alba
|
Familie: Nepticulidae
-
Op Beuk (Fagus sylvatica) komen twee soorten Nepticulidae voor die gelijkaardige mijnen maken.
-
Bij Stigmella hemargyrella wordt het eitje aan de bladrand gelegd of niet ver daarvan. Dus de gang loopt van de bladrand in de richting van de hoofdnerf.
|
Familie: Nepticulidae
-
Met niets anders te verwarren op linde.
-
Ook te vinden op andere soorten Tilia: zoals T. alba, americana, rubra en tomentosa.
|
Familie: Nepticulidae
-
Een zeer zeldzame soort in ons land. Enkel gekend van in de provincie Namen.
-
Enkel door Erik Van Nieukerken gemeld uit Nismes (pro. Namen) in 2006 en opnieuw door Vanstraelen & Wullaert in 2020.
|
Familie: Nepticulidae
-
Nieuw ontdekt in België in 2021 in de provincie West-Vlaanderen door de Werkgroep Bladmineerders.
-
Een artikel over deze soort zal verschijnen in één van de volgende edities van het wetenschappelijke tijdschrift Phegea.
|
Familie: Nepticulidae
-
Stigmella suberivora werd voor het eerste opgemerkt op steeneiken in de provincie West-Vlaanderen te Knokke-Heist in 2020.
-
Een artikel over deze soort zal later verschijnen in het wetenschappelijke tijdschrift Phegea.
|
Familie: Nepticulidae
-
Het verschil tussen Stigmella splendidissimella en aurella is moeilijk.
-
Verlaten mijnen op braam kleuren wit.
|
Familie: Nepticulidae
-
Een soort die overal kan worden waargenomen maar nooit in hoge aantallen.
|
Familie: Nepticulidae
-
In 2011 ontdekt in België door de bladmijnenwerkgroep.
|
Familie: Nepticulidae
-
Wanneer de soort op tamme kastanje voorkomt dan deelt Stigmella samiatella de waardplant met Stigmella basiguttella. Maar die zijn makkelijk uit elkaar te houden! De mijn van S. basiguttella meandert door het blad en de gang is zo goed als volledig gevuld met frass, bij samiatella is er steeds nog een zoompje vrij van frass en de gang kronkelt minder.
|
Familie: Nepticulidae
-
Zeer variable mijn.
-
Ook nog op andere vooral breedbladige wilgensoorten.
-
Wanneer Stigmella salicis mineert op smalbladige wilgen dan kan er verwarring ontstaan met de mijn van Stigmella obliquella. Stigmella salicis legt het ei onderaan het blad terwijl Stigmella obliquella het aan de twee kanten kan afleggen.
|
Familie: Nepticulidae
Gelijkaardige mijnen:
-
Stigmella continuella: De begingang cirkelt een aantal keer rond de plaats van eiafleg. Met gevolg een bruine plek waar het ei is afgelegd door afsterven van bladweefsel.
-
Stigmella luteella: Ook hier cirkelt de gang een aantal keer rond de plaats van eiafleg en ligt het frass in een centrale korrelige lijn.
|
Familie: Nepticulidae
|
Familie: Nepticulidae
-
Op eik zijn er verschillende soorten die gelijkaardige mijnen maken. Sommige soorten zijn moeilijk uit elkaar te houden en dus zonder rups niet determineerbaar.
-
Bij Stigmella roborella ligt de frasslijn het smalst van alle Nepticulidae die voorkomen op eik in België.
|
Familie: Nepticulidae
-
Mijnen van Stigmella hybnerella en Stigmella regiella zijn gelijkend aan elkaar. Toch zijn ze makkelijk uit elkaar te houden aan de hand van de begingang. De begingang van Stigmella regiella is volledig gevuld met roodbruin frass, terwijl in de begingang van Stigmella hybnerella het frass in een centrale dikke lijn ligt en de kleur hier duidelijk zwart is.
|
Familie: Nepticulidae
-
Het is soms moeilijk om mijnen van Stigmella minusculella en Stigmella pyri uit elkaar te houden. Bewoonde mijnen van Stigmella pyri zijn over het algemeen later te vinden dan Stigmella minusculella en ook de kleur van de rups is kenmerkend. De rups van Stigmella minusculella is heldergroen terwijl de rups van Stigmella pyri blauwachtig groen is.
|
Familie: Nepticulidae
-
Bij verlaten mijnen verkleurt het gedeelte dat rondom de mijn ligt (goed te zien op de foto's van Fallais (Luik) van Jean-Yves Baugnée).
|
Familie: Nepticulidae
-
Soms wordt de begingang overlopen door de latere blaasmijn.
-
Prunus spinosa en Prunus domestica zijn de voornaamste waardplanten.
|
Familie: Nepticulidae
-
De mijnen gelijken op die van Stigmella crataegella. Het verschil tussen de twee soorten kan men aan de hand van de rups weten; de rups van Stigmella crataegella is felgroen terwijl de rups van Stigmella perpygmaeella bleekgeel is. Ook ligt de mijn van Stigmella perpygmaeella compact tussen twee nerven terwijl de mijn van Stigmella crataegella eerder iets lossere windingen heeft en over het algemeen langer is.
|
Familie: Nepticulidae
-
Deze soort werd het eerst in ons land gevonden in 2011 door Jean-Yves Baugnée.
-
Zeer zeldzame soort!
|
Familie: Nepticulidae
-
Mijnen zijn variabel van lengte afhankelijk van de soort waardplant en dus de dikte van het blad. Bij dikkere en in de zon hangende bladeren zijn de mijnen korter en minder gekronkeld.
-
De soort komt ook voor op zeer veel gecultiveerde vormen van meidoorn, appel, peer en kers. Maar bij ons is de één- en tweestijlige meidoorn de voornaamste waardplant.
|
Familie: Nepticulidae
-
Doordat de eitjes aan de beide zijden van het blad kunnen worden afgelegd kan er verwarring ontstaan met Stigmella salicis. Bij die soort ligt het eitje aan de onderzijde. Dus mijnen waarbij het eitje aan de bovenzijde ligt zijn zeker van Stigmella obliquella, wanneer het aan de onderzijde ligt is de kleur en de kop van de rups doorslaggevend. Stigmella obliquella = bruine kop (rups ambergeel) * Stigmella salicis = bleekbruine kop (rups geel).
-
De soort prefereert eerder de smalbladige wilgensoorten.
|
Gewone lijsterbesmineermot
Familie: Nepticulidae
-
Wanneer het frass in de mijn lineair ligt dan kan verwarring optreden met Stigmella magdalenae. De mijn van die soort is over het algemeen korter en ligt minder aan de bladrand.
|
Familie: Nepticulidae
-
Voor het eerst ontdekt in de provincie Limburg te Dilsen-Stokkem ~ Negenoord-Kerkeweerd door de Werkgroep Bladmineerders van de Vlaamse Vereniging voor Entomologie.
-
De mijn van deze soort is ten opzichte van andere Salix-mijnen een stuk rechter en smaller.
|
Zuidelijke berkenmineermot
Familie: Nepticulidae
-
Na onderzoek van Erik van Nieukerken werd deze soort nieuw gevonden zowel in Nederland als België op basis van foto's die op waarneming.nl als waarnemingen.be stonden.
-
Deze soort overwintert als vlinder ergens tussen schors van bomen in de buurt van de berken waarop ze gemineerd hebben. Vooral onder plataanschors!
|
Familie: Nepticulidae
-
Sommige mijnen verkleuren purperachtig en verraden zo hun aanwezigheid (te zien op foto 6 & 7).
-
De soort wordt voornamelijk aangetroffen in het zuiden van het land waar blauwe bosbes en rijsbes in grote getale voorkomt.
|
Familie: Nepticulidae
-
Stigmella minusculella is één van de vroegste Nepticulidae die men kan vinden, rupsen vind men al vanaf begin juni.
-
Voornamelijk leeft de rups van de gewone en wilde peer (Pyrus communis, pyraster), maar ook kan ze worden gevonden op gecultiveerde Pyrus spp. zoals Pyrus amygdaliformis.
|
Familie: Nepticulidae
-
Op hazelaar (Corylus avellana) zijn de mijnen van Stigmella floslactella en Stigmella microtheriella over het algemeen nog uit elkaar te houden door de begingang waarin het frass bij Stigmella microtheriella in een smalle centrale lijn ligt terwijl bij Stigmella floslactella de begingang zo goed als volledig is gevuld. Maar door variatie in de mijnen kan het soms moeilijk worden.
|
Familie: Nepticulidae
-
Nieuw ontdekt in België in "Tienne de Boton" te Belvaux op 20.viii.2016 door de Bladmijnenwerkgroep. Een dode rups in een bladmijn werd gecontroleerd op DNA en op die manier werd de determinatie bevestigd.
-
Zeer zeldzaam in ons land, sinds de ontdekking niet meer gemeld.
|
Familie: Nepticulidae
-
Stigmella malella wordt aanzien als een pestsoort op appel in veel Europese landen. Zelfs buiten Europa.
-
De soort wordt buiten de wilde appel ook op verschillende cultivars waargenomen.
-
En ook soms op Prunus spp., maar dit gebeurt zelden.
|
Grijze lijsterbesmineermot
Familie: Nepticulidae
-
Recentelijk ontdekt in België in 2009 door Jean-Yves Baugnée.
-
Wanneer het frass bij Stigmella nylandriella in een centrale lijn ligt (wat niet zo vaak gebeurt) dan kan er verwarring ontstaan met Stigmella magdalenae. De mijn van Stigmella nylandriella is over het algemeen langer en ligt vaker aan de bladrand.
-
Ook op Amelanchier spicata (Dwergkrent).
|
Familie: Nepticulidae
-
Meestal niet meer dan één of twee mijnen per blad.
-
Mijnen van Stigmella luteella lijken op die van Stigmella betulicola. Alleen dat de beginmijn bij luteella zeer sterk is gewonden terwijl het eerste deel van de mijn van Betulicola een stuk minder gekronkeld is.
|
Familie: Nepticulidae
-
Op iep kunnen in België twee soorten Nepticulidae voorkomen. Stigmella ulmivora en lemniscella.
-
Het verschil tussen die twee is makkelijk te zien aan twee gemakkelijke kenmerken:
-
De rups van Stigmella ulmivora maakt aan de onderzijde een uitsnede om de mijn te verlaten. De rups is groen.
-
De rups van Stigmella lemniscella maakt aan de bovenzijde een uitsnede om de mijn te verlaten. Hier is de rups geel van kleur.
|
Familie: Nepticulidae
-
De mijn lijkt sterk op die van Stigmella confusella. Er is echter een groot verschil, bij Stigmella lapponica vult het groene frass de beginmijn volledig, terwijl het frass bij confusella in de gehele gang in een centrale lijn ligt (duidelijk op foto 1 in galerij mijn)
-
Mijnen van deze soort kan men reeds vinden in mei of juni. Mijnen van de eerste generatie zijn schaars.
|
Familie: Nepticulidae
-
In oudere literatuur worden buiten Malus ook nog andere voedselplanten genoemd. Zie ook op www.bladmineerders.nl
|
Familie: Nepticulidae
-
In Noord-Europa enkel gekend van meidoorn. In Centraal- en Zuid-Europa ook op Sorbus aria, torminalis; Amelanchier ovalis en Cotoneaster.
|
Zilverbandbeukenmineermot
Familie: Nepticulidae
-
Op Beuk (Fagus sylvatica) komen twee soorten Nepticulidae voor die gelijkaardige mijnen maken.
-
Bij Stigmella hemargyrella wordt het eitje aan de bladrand gelegd of niet ver daarvan. Dus de gang loopt van de bladrand in de richting van de hoofdnerf.
-
Bij Stigmella tityrella wordt het eitje in een nerfoksel aan de hoofdnerf afgelegd. Dus bij deze soort loopt de gang van aan de hoofdnerf in de richting van de bladrand.
|
Familie: Nepticulidae
-
Mijnen van Stigmella alnetella en Stigmella glutinosae op Alnus (els) zijn zonder rupsen moeilijk uit elkaar te houden.
-
Er is te veel variatie in de mijnen dat die zonder rups als niet determineerbaar worden beschouwd.
|
Familie: Nepticulidae
-
Voor het eerst ontdekt aan de kust in 2018.
|
Familie: Nepticulidae
-
Op hazelaar (Corylus avellana) zijn de mijnen van Stigmella floslactella en Stigmella microtheriella over het algemeen nog uit elkaar te houden door de begingang waarin het frass bij Stigmella microtheriella in een smalle centrale lijn ligt terwijl bij Stigmella floslactella de begingang zo goed als volledig is gevuld. Maar door variatie in de mijnen kan het soms moeilijk worden.
|
Familie: Nepticulidae
-
Nieuw ontdekt in ons land op 26.viii.2017 in Zichem. Door DNA-controle op naam gebracht.
-
Artikel verschenen over deze soort in het wetenschappelijke tijdschrift Phegea 46 (3) 01.ix.2018: 73 - 90
|
Zuidelijke meidoornmineermot
Familie: Nepticulidae
-
De mijnen gelijken op die van Stigmella oxyacanthella. Bewoonde crataegella-mijnen worden gevonden in juli, terwijl de bewoonde mijnen van oxyacanthella te vinden zijn in september en oktober. Ook liggen de windingen van de gang bij oxyacanthella meestal losser dan bij crataegella.
|
Familie: Nepticulidae
-
Verse mijnen zijn zeer moeilijk te vinden omdat het donkergroene frass niet afsteekt tegen het groene blad (te zien op de eerste 4 foto's). Wanneer de mijnen verlaten zijn dan verkleurt de mijn naar bruin en zijn ze weer makkelijker te vinden (te zien op alle andere foto's)
|
Familie: Nepticulidae
-
De mijn lijkt sterk op die van Stigmella lapponica. Er is echter een groot verschil, bij Stigmella confusella ligt het frass in een constante centrale lijn terwijl de begingang bij lapponica volledig gevuld is met groen frass (duidelijk te zien op foto 1 in galerij mijn)
|
Familie: Nepticulidae
-
Op Rosa. sp. komen in ons land twee soorten uit het genus Stigmella voor nl. Stigmella anomalella en Stigmella centifoliella. Daarnaast kan er in Wallonië op dezelfde plantensoorten nog een derde soort voorkomen, eentje uit het genus Ectoedemia. Maar deze mijnen zijn totaal verschillend, zie ook Ectoedemia angulifasciella.
|
Familie: Nepticulidae
-
Het kleur van het frass en de rups zijn net hetzelfde als het blad, daardoor zijn verse mijnen zeer moeilijk te vinden.
|
Familie: Nepticulidae
|
Familie: Nepticulidae
-
Meestal meerdere mijnen per blad.
-
Mijnen van Stigmella betulicola lijken op die van Stigmella luteella. Alleen dat het eerste deel van de mijn bij luteella zeer sterk is gewonden terwijl dat bij Betulicola minder is. Ook liggen de windingen bij Stigmella betulicola minder dicht opéén gepakt.
|
Familie: Nepticulidae
-
één van de weinige soorten op eik die men makkelijk op naam kan brengen. Dit door de typische mijn, het frasspatroon en de rups.
-
Deze soms vrij algemene soort kan overal in België worden waargenomen.
|
Familie: Nepticulidae
|
Familie: Nepticulidae
|
Familie: Nepticulidae
-
Op populier kunnen er twee soorten Nepticulidae voorkomen bij ons.
-
Stigmella assimilella vooral op Populus tremula. Minder vaak op Populus alba.
-
Stigmella trimaculella vooral op Populus x canadensis, nigra en soms ook op alba.
|
Familie: Nepticulidae
-
Op Rosa. sp. komen in ons land twee soorten uit het genus Stigmella voor nl. Stigmella anomalella en Stigmella centifoliella. Daarnaast kan er in Wallonië op dezelfde plantensoorten nog een derde soort voorkomen, eentje uit het genus Ectoedemia. Maar deze mijnen zijn totaal verschillend, zie ook Ectoedemia angulifasciella.
|
Familie: Nepticulidae
-
Mijnen van Stigmella alnetella en Stigmella glutinosae zijn zonder rupsen zo goed als onmogelijk uit elkaar te houden.
-
Er is te veel variatie in de mijnen dat die zonder rups als niet determineerbaar worden beschouwd.
|
Familie: Nepticulidae
-
Geen gewone soort. Ze komt hoofdzakelijk in het zuidelijke deel van ons land voor.
|
Familie: Nepticulidae
-
Sinds 2006 is deze soort uit elke provincie gemeld. Het is een gewone soort die overal in aantal kan voorkomen.
-
Er zijn twee soorten gangmijnmakende Nepticulidae die op Acer-soorten voorkomen bij ons.
-
Acer campestre (Spaanse aak of veldesdoorn) en platanoides (Noorse esdoorn): Stigmella aceris
-
Acer pseudoplatanus (gewone esdoorn): Stigmella speciosa
|
Familie: Nepticulidae
-
Deze zeldzame soort komt enkel en alleen voor in het zuiden van het land waar rode bosbes in grote getale voorkomt. Er zijn enkel waarnemingen uit de provincie Luik en Luxemburg.
|
Familie: Nepticulidae
-
Deze rups maakt net zoals Ectoedemia weaveri een cocon in de mijn zelf. Ze maakt eveneens zo'n ontsnappingsbuis van zijde die van aan de cocon tot aan de uitsnede loopt. Die uitsnede wordt gemaakt in het rupsen-stadium om ervoor te zorgen dat wanneer de vlinder uit de pop wil kruipen ze dan door die zijden buis en uitsnede makkelijker naar buiten kan.
|
Noorse-esdoornvruchtmineermot
Familie: Nepticulidae
-
Er zijn 3 soorten Etainia's die gelijkaardige mijnen maken in de samara's van esdoorn-soorten. Elk hebben ze hun eigen waardplant.
-
Etainia sericopeza : Noorse esdoorn
-
Etainia louisella : Spaanse aak of Veldesdoorn
-
Etainia decentella : gewone esdoorn
|
Familie: Nepticulidae
-
Deze soort werd in 2007 voor het eerst gemeld uit België. Op 9 dagen tijd werd ze in alle provincies gevonden.
-
Er zijn 3 soorten Etainia's die gelijkaardige mijnen maken in de samara's van esdoorn-soorten. Elk hebben ze hun eigen waardplant.
-
Etainia sericopeza : Noorse esdoorn
-
Etainia louisella : Spaanse aak of Veldesdoorn
|
Familie: Nepticulidae
-
Er zijn 3 soorten Etainia's die gelijkaardige mijnen maken in de samara's van esdoorn-soorten. Elk hebben ze hun eigen waardplant.
-
Etainia sericopeza : Noorse esdoorn
-
Etainia louisella : Spaanse aak of Veldesdoorn
-
Etainia decentella : gewone esdoorn
|
Familie: Nepticulidae
-
Ontdekt in België door Jean-Yves Baugnée in het Luikse Theux op 29 mei 2011.
-
Sinds de ontdekking niet meer gemeld tot er in 2019 opnieuw mijnen werden gevonden in Theux door de werkgroep bladmineerders.
|
Familie: Nepticulidae
-
Er zijn 4 soorten Ectoedemia's die een gelijkaardige mijn maken waar het frass aan weerszijden van de beginmijn ligt. Maar ze hebben elk hun eigen voedselplant.
-
Ectoedemia argyropeza (Populus tremula / ratelpopulier)
-
Ectoedemia hannoverella (Populus nigra / zwarte populier & Populus canadensis / Canadapopulier)
-
Ectoedemia intimella (Salix sp. / wilg)
-
Ectoedemia turbidella (Populus alba / witte abeel)
|
Gespleten eikenblaasmijnmot
Familie: Nepticulidae
-
Er zijn op eik 3 soorten Ectoedemia's die gelijkaardige mijnen maken, met rups erin zijn deze mijnen makkelijk te determineren (zie foto 1 drieluik).
-
Een gewone soort die overal in België kan worden waargenomen.
-
Ectoedemia albifasciella = Rups: lichtbruine kop.
-
Ectoedemia heringi = Rups: donkerbruine kop.
-
Ectoedemia subbimaculella = De rups heeft ook een donkerbruine kop maar deze bladmijn heeft een snede in de onderepidermis wat de andere niet hebben.
|
Familie: Nepticulidae
-
In het zuiden van Europa heeft de soort meerdere waardplanten uit de groep Prunus, zoals Prunus domestica, cerasifera, fruticosa en dulcis. Bij ons treffen we de soort enkel op Prunus spinosa aan.
-
Meestal is de soort vrij zeldzaam maar op sommige plaatsen kan ze wel algemeen worden waargenomen, meestal in de provincie Namen.
-
In 2012 ook in de provincie Luxemburg gevonden.
|
Familie: Nepticulidae
-
Meestal meerdere mijnen per blad (te zien op fig. 11 & 12). Door plaatsgebrek kunnen er meerdere rupsen sterven.
-
De omgeving rond de beginmijn kan soms roodachtig verkleuren.
-
Heel lokaal kan de soort zeer algemeen voorkomen.
|
Familie: Nepticulidae
-
De mijnen liggen meestal in groene eilanden wanneer de bladeren verkleuren in de herfst.
-
Meestal vind men ook meerdere mijnen per blad.
-
Bij ons is deze soort zeer zeldzaam terwijl ze in Nederland na gerichte zoektochten door Ben van As en Jan Scheffers sinds 2012 meermaals is waargenomen.
-
Sinds kort (2013) ook in de provincie Limburg gevonden op twee verschillende plaatsen, na vele 100den eiken afgezocht te hebben vonden Zoë Vanstraelen en ikzelf de soort in aantal in Houthalen-Helchteren en één mijn in de Genkse Maten.
|
Familie: Nepticulidae
-
De jonge mijnen hebben enkel die kleine zwarte bolvormige vlekken, het duurt ook een tijdje vooraleer de mijnen veranderen van uitzicht.
-
Die donkere vlek is geen opéénhoping van zwart frass, maar wordt veroorzaakt door de rups die zowel de boven als onderepidermis beschadigd. Waarschijnlijk sterven de cellen af en blijft het afgestorven gedeelte zo donker zoals je op de meeste foto's kunt zien.
|
Gerekte berkenblaasmijnmot
Familie: Nepticulidae
-
Deze soort werd na lang zoeken door onze Werkgroep Bladmineerders voor het eerst gevonden in 2017 in de provincie Luik te Rocherath. Daar vonden we één mijn van deze soort!
-
In Groot-Brittannië wordt deze soort ook af en toe op Corylus avellana waargenomen. In België werd dit de eerste keer vastgesteld in 2018 in Rocherath waar één mijn werd gevonden op hazelaar.
|
Familie: Nepticulidae
-
In Finland is in 2010 een populatie ontdekt die zich met Populus balsamifera voedde wat niet frequent voorkomt (van Nieukerken et al 2010). Maar ook in ons land werd in Alle-sur-Semois (pro. Namen) in 2015 een populatie gevonden op balsempopulier.
|
Oostelijke eikenblaasmijnmot
Familie: Nepticulidae
-
Er zijn op eik 3 soorten Ectoedemia's die gelijkaardige mijnen maken, met rups erin zijn deze mijnen makkelijk te determineren (Zie foto 1 drieluik) :
-
Ectoedemia albifasciella = Rups: lichtbruine kop.
-
Ectoedemia heringi = Rups: donkerbruine kop.
-
Ectoedemia subbimaculella = De rups heeft ook een donkerbruine kop maar deze bladmijn heeft een snede in de onderepidermis wat de andere niet hebben
|
Gevlekte steeneikmineermot
Familie: Nepticulidae
-
Voor het eerst gevonden in ons land aan de kust in Oostduinkerke aan het natuurgebied Ter Yde in het jaar 2018. Voorlopig is dit de enigste plaats waar deze soort voorkomt.
-
Wordt in het zuiden van Europa ook nog op een aantal andere soorten eik waargenomen; Quercus alnifolia en Q. crenata
-
Kan in sommige gevallen in hoge aantallen te vinden zijn zoals in Groot-Brittannië. (zie foto's)
-
Een artikel over deze soort zal later verschijnen in het wetenschappelijke tijdschrift Phegea.
|
Populierenbladsteelmineermot
Familie: Nepticulidae
-
Er zijn een aantal soorten rupsen van mineerders die in het najaar hun mijnen pas maken, dit is ongeveer op het moment dat de bladeren aan de bomen beginnen te verkleuren door de herfst. Deze rupsen scheiden in hun mijn cytokininen (plantenhormonen) af die het verouderingsproces van het omringende bladweefsel tegengaan. De mijnen zijn zeer makkelijk te vinden in de maand oktober en november wanneer de bladeren reeds van de bomen zijn gevallen, de mijnen liggen aan de basis van zo'n groen eiland en verraden zo hun aanwezigheid. (Duidelijk te zien op fig.4)
|
Familie: Nepticulidae
-
Wanneer de soort op appel voorkomt dan kan er verwarring optreden met Bohemannia pulverosella, er is echter een groot verschil tussen de twee soorten! Ectoedemia atricollis verlaat de mijn via een snede in de bovenepidermis terwijl de andere soort dit doet via de onderepidermis.
|
Familie: Nepticulidae
-
Er zijn een aantal soorten rupsen van mineerders die in het najaar hun mijnen pas maken, dit is ongeveer op het moment dat de bladeren aan de bomen beginnen te verkleuren door de herfst. Deze rupsen scheiden in hun mijn cytokininen (plantenhormonen) af die het verouderingsproces van het omringende bladweefsel tegengaan. De mijnen zijn zeer makkelijk te vinden in de maand oktober en november wanneer de bladeren reeds van de bomen zijn gevallen, de mijnen liggen aan de basis van zo'n groen eiland en verraden zo hun aanwezigheid (Duidelijk te zien op fig.9)
|
Familie: Nepticulidae
-
Enkel in het zuiden van ons land waar te nemen.
-
Opmerkelijk is de overgang van roodbruin frass naar zwart frass in de mijn.
|
Familie: Nepticulidae
-
De voornaamste waardplanten zijn Rosa sp., maar lokaal kan de soort voorkomen op kleine en grote pimpernel en op knolspirea.
-
Het frass in de begingang heeft een licht paarsbruine kleur en is dikwijls van op een afstand al goed te zien.
-
Deze vrij zeldzame soort werd enkel en alleen in het zuiden van ons land waargenomen. Voor het eerst in Vlaanderen aangetroffen tijdens een verkennende excursie in de Voerstreek op 17 oktober 2015. Meer dan 100 mijnen werden gevonden op vermoedelijk bosroos op een zuidgerichte bosrand.
|
Familie: Nepticulidae
-
Er zijn op eik 3 soorten Ectoedemia's die gelijkaardige mijnen maken, met rups erin zijn deze mijnen op de volgende manier uit elkaar te houden (zie ook foto 1 drieluik):
-
Ectoedemia albifasciella = Rups lichtbruine tot oranje kop.
-
Ectoedemia heringi = Rups donkerbruine kop.
-
Ectoedemia subbimaculella =De rups heeft ook een donkerbruine kop maar deze bladmijn heeft een snede in de onderepidermis wat de andere niet hebben.
|
Familie: Nepticulidae
-
De cocon is duidelijk zichtbaar wanneer men het blad tegen het licht in houdt.
-
Een zeer zeldzame soort die in 2011 opnieuw is waargenomen in de provincie Luxemburg en Namen. Dit zijn ook de enige provincies waar ze voorkomt.
|
Familie: Nepticulidae
-
Wanneer de soort op appel voorkomt dan kan er verwarring optreden met Ectoedemia atricollis, er is echter een groot verschil tussen de twee soorten! Bohemannia pulverosella verlaat de mijn via een snede in de onderepidermis (Zie foto 6 & 7) terwijl de andere soort dit doet via de bovenepidermis.
-
Soms is de begingang moeilijk te zien door de blaasmijn die alles overloopt.
|
|
|