You are here
Ectoedemia minimella (Zetterstedt, 1839)
Het ei wordt aan de onderkant van het blad afgelegd.
De gele rups heeft een lichtbruine kop, de jonge rupsen hebben een aantal zwarte ventrale platen.
De mijn begint als een sterk kronkelende gang geconcentreerd op een klein oppervlak. Bij Ectoedemia occultella die een gelijkaardige mijn maakt is er geen begingang te zien terwijl dat bij E. minimella steeds het geval is. Het verdere verloop van de mijn is bij beide soorten ongeveer gelijkaardig. Bij E. minimella wordt na het maken van de kronkelende begingang een gang gemaakt die verwijdt en uiteindelijk een langgerekte blaasmijn wordt. De mijn ligt meestel tussen twee zijnerven. Het zwarte frass ligt verspreid in de mijn.
- Deze soort werd na lang zoeken door onze Werkgroep Bladmineerders voor het eerst gevonden in 2017 in de provincie Luik te Rocherath. Daar vonden we één mijn van deze soort!
- In Groot-Brittannië wordt deze soort ook af en toe op Corylus avellana waargenomen. In België werd dit de eerste keer vastgesteld in 2018 in Rocherath waar één mijn werd gevonden op hazelaar.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort heeft vooral een Noord-Westelijke verspreiding in Europa. Ontbreekt in het zuidelijke deel van Europa.
De rupsen en mijnen van deze soort zijn te vinden van in de maand juli tot in de maand september.
