You are here
Stigmella naturnella (Klimesch, 1936)
Het ei kan zowel aan de bladonderzijde als de bladbovenzijde afgelegd worden. Meestal dicht tegen de bladrand.
De rups van deze soort is heel karakteristiek, ze is witachtig met een donkergroene darminhoud. Een opvallende donkere vlek is zichtbaar net achter de kop, dit is de eerste ventrale zenuwknoop.
Het eerste deel van de lange slanke mijn lijkt groenachtig omdat de rups hier slechts het sponsparenchym vreet, later ligt het zwarte frass in een vaak onderbroken centrale lijn. De rups verlaat de mijn aan de bladbovenzijde dus daar is de halvemaan vormige uitsnede dan ook te vinden.
- Na onderzoek van Erik van Nieukerken werd deze soort nieuw gevonden zowel in Nederland als België op basis van foto's die op waarneming.nl als waarnemingen.be stonden.
- Deze soort overwintert als vlinder ergens tussen schors van bomen in de buurt van de berken waarop ze gemineerd hebben. Vooral onder plataanschors!
Voorlopig een soort die vooral in de westelijke helft van ons land te vinden is. Is wel nog niet gemeld uit Oost-Vlaanderen en alle Waalse provincies.
Te vinden in Midden-Europa: Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Polen en Frankrijk. Tot zelfs in Rusland.
Deze soort heeft één generatie per jaar. Mijnen kunnen gevonden worden in de herfst en de imago's overwinteren.
