U bent hier
Stigmella confusella (Wood & Walsingham, 1894)
Aan de bladonderzijde tegen een nerf.
De kleurloze tot bleekgroene rups heeft een bleekbruine kop en een paar opvallende vlekken op de prothorax die ook bleekbruin zijn.
De mijn is een lange gang die zich nauwelijks verbreedt. De gang volgt meestal de nerfstructuur en daarin ligt het zwarte frass in een nauwe centrale lijn.
De cocon is geel tot bleekbruin.
- De mijn lijkt sterk op die van Stigmella lapponica. Er is echter een groot verschil, bij Stigmella confusella ligt het frass in een constante centrale lijn terwijl de begingang bij lapponica volledig gevuld is met groen frass (duidelijk te zien op foto 1 in galerij mijn)
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
De soort is wijd verspreid in noordelijk en centraal Europa, minder in het zuidelijke deel van Europa.
Stigmella lapponica wordt over het algemeen een 2 a 3 weken vroeger aangetroffen dan Stigmella confusella. Stigmella confusella vliegt in één generatie per jaar van eind april tot het eind van juni.