You are here
Etainia decentella (Herrich-Schäffer, 1855)
Het eitje wordt afgelegd door imago's van de eerste generatie op de vleugels van de vruchten (samara's) van gewone esdoorn. Van de tweede generatie worden de eitjes, zoals bij de andere samara-minerende soorten, op de basis van de bladsteel gelegd.
De rups is nog niet beschreven.
De wintergeneratie voed zich zoals de andere 3 soorten ook met de knoppen van de Acer sp. . De rups van de minerende en eerste generatie maakt een smalle gang in de vleugels van de samara's maar vreet de zaaddoos niet aan zoals de andere dat wel doen.
De roodachtige cocon wordt in de lente tussen de spleten in de schors van de waardplant gesponnen.
- Er zijn 3 soorten Etainia's die gelijkaardige mijnen maken in de samara's van esdoorn-soorten. Elk hebben ze hun eigen waardplant.
- Etainia sericopeza : Noorse esdoorn
- Etainia louisella : Spaanse aak of Veldesdoorn
- Etainia decentella : gewone esdoorn
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort onbreekt in nog enkele landen binnen Europa, daarbuiten zelfs nog niet waargenomen. (verspreidingskaart)
Deze soort vliegt in twee generaties per jaar; in juni en in augustus. De rupsen worden gevonden in juli en augustus en van september tot april.
