Familie: Bucculatricidae
-
In België is de hoofdwaardplant meidoorn.
-
Op www.bladmineerders.nl staan nog heel wat andere waarplanten.
-
Een van onze algemeenste Bucculatricidae. Deze soort kan overal worden waargenomen in elke provincie! Soms in vrij hoge aantallen.
|
Familie: Coleophoridae
-
Na de overwintering maken de larven geen mijnen meer, maar veroorzaken ze skeletvraat.
-
Er is geen duidelijkheid over de juiste of belangrijkste waardplanten van deze soort. (verschillende auteurs noemen andere planten)
|
Familie: Coleophoridae
-
Deze soort heeft een tweejarige cyclus.
-
Ze wordt op verschillende Rosaceae waargenomen.
|
Familie: Coleophoridae
-
Deze soort is een van onze gewoonste Coleophora's. C. serratella is een erg polyfage soort.
|
Familie: Gelechiidae
-
Het zijn enkel de jonge rupsen die mineren, later na de overwintering voeden ze zich met de bloemknoppen en de jonge bladeren.
|
Familie: Gracillariidae
-
Deze niet zo gewone soort is verspreid over het hele land.
-
De soort is in de literatuur van hele reeks andere soorten Rosaceae vermeld, maar waarschijnlijk gaat het telkens om uitzonderingen. De hoofdvoedselplant is appel (Malus sp.).
|
Familie: Gracillariidae
-
Gewoon, vooral in Vlaanderen. In het zuiden van het land maar erg sporadisch opgemerkt. Komt meestal in oude, verwaarloosde appelboomgaarden voor.
-
Leeft ook op andere Malus-soorten. Meldingen van andere Rosaceae betreffen meestal verwante Phyllonorycter-soorten (zie Triberti 2007). Kan in uitzonderlijke gevallen ook op Pyrus spec. worden waargenomen.
|
Familie: Gracillariidae
-
Opmerkelijk is dat bij deze soort de jonge rups na het maken van de epidermale blaasmijn in die mijn zelf een kleinere tweede mijn maakt in het pallisadeparenchym (duidelijk te zien op de laatste foto in gallerij mijn). De rups leeft een tijdje in deze binnenmijn, later eet de rups het dak van de binnenmijn op. Er blijft dan een zwarte vlek over in het pallisadeparenchym (duidelijk te zien op de tweede foto in gallerij rups).
-
Gewone soort in België.
|
Familie: Gracillariidae
-
Reeds sinds lang niet meer uit België vermeld. Lijkt uiterst sterk op andere Phyllonorycter-soorten die op Rosaceae leven en werd/wordt daar dikwijls mee verward.
-
Voor een zekere identificatie is genitaalonderzoek nodig. Zie Triberti 2007.
-
Na een afwezigheid van meer dan 35 jaar herontdekt in ons land! In Ename werden eind 2014 verschillende mijnen ingezameld op mispel die deze winter werden uitgekweekt. Na genitaalpreparatie werd duidelijk dat het allemaal mespilella's waren!
|
Familie: Gracillariidae
-
Haast overal te vinden en meestal in aantal.
-
Op verschillende Rosaceae.
|
Familie: Lyonetiidae
-
Gelijkende soorten zijn Callisto denticulella: Bij deze soort ligt er weinig frass in de mijn terwijl bij L. malifoliella er juist veel frass inligt. Bij C. denticulella is meestal een begingang te zien, bij L. malifoliella niet.
|
Familie: Lyonetiidae
-
Deze soort heeft een hele waaier aan waardplanten. Vooral Betulaceae en Rosaceae.
-
Deze algemene soort variëert in aantal van jaar tot jaar.
-
De mijn is gemakkelijk te herkennen aan de slanke lange kronkelende gang waarin het frass steeds in een centrale lijn ligt.
|
Familie: Nepticulidae
-
Wanneer de soort op appel voorkomt dan kan er verwarring optreden met Ectoedemia atricollis, er is echter een groot verschil tussen de twee soorten! Bohemannia pulverosella verlaat de mijn via een snede in de onderepidermis (Zie foto 6 & 7) terwijl de andere soort dit doet via de bovenepidermis.
-
Soms is de begingang moeilijk te zien door de blaasmijn die alles overloopt.
|
Familie: Nepticulidae
-
Wanneer de soort op appel voorkomt dan kan er verwarring optreden met Bohemannia pulverosella, er is echter een groot verschil tussen de twee soorten! Ectoedemia atricollis verlaat de mijn via een snede in de bovenepidermis terwijl de andere soort dit doet via de onderepidermis.
|
Familie: Nepticulidae
-
In oudere literatuur worden buiten Malus ook nog andere voedselplanten genoemd. Zie ook op www.bladmineerders.nl
|
Familie: Nepticulidae
-
Stigmella malella wordt aanzien als een pestsoort op appel in veel Europese landen. Zelfs buiten Europa.
-
De soort wordt buiten de wilde appel ook op verschillende cultivars waargenomen.
-
En ook soms op Prunus spp., maar dit gebeurt zelden.
|
Familie: Nepticulidae
-
Mijnen zijn variabel van lengte afhankelijk van de soort waardplant en dus de dikte van het blad. Bij dikkere en in de zon hangende bladeren zijn de mijnen korter en minder gekronkeld.
-
De soort komt ook voor op zeer veel gecultiveerde vormen van meidoorn, appel, peer en kers. Maar bij ons is de één- en tweestijlige meidoorn de voornaamste waardplant.
|
Familie: Nepticulidae
-
In 2011 ontdekt in België door de bladmijnenwerkgroep.
|
Familie: Yponomeutidae
-
De jonge rupsen maken een hibernaculum om in te overwinteren.
|
Familie: Yponomeutidae
-
Deze soort was vroeger veel algemener maar door het intensief gebruik van insecticides in appelboomgaarden is de soort zeldzamer geworden.
|
|