Familie: Bucculatricidae
-
Een gelijkende soort is Bucculatrix albedinella maar bij deze soort heeft de gangmijn doodlopende zijgangen waarin geen frass ligt. Deze soort is bij ons ook heel wat zeldzamer dan Bucculatrix ulmifoliae.
-
In 2007 voor het eerst in België waargenomen.
|
Familie: Bucculatricidae
-
Wanneer de mijnen gevonden worden op Amerikaanse eik dan kan er twijfel ontstaan met Bucculatrix ainsliella doordat er recent nog een soort is ontdekt die gelijkaardige mijnen maakt op deze plant. Daardoor zijn Bucculatrix-mijnen op Amerikaanse eik moeilijk op naam te brengen zonder rups of cocon...
|
Familie: Bucculatricidae
-
Deze rupsen doen, zoals alle andere Buccultricidae, aan venstervraat en leven dus vrij op het blad nadat ze hun mijntje gemaakt hebben.
-
De witte schijfvormige coconnetjes die je op sommige foto's ziet zijn coconnetjes die de rupsen spinnen om daarin te gaan vervellen.
|
Familie: Bucculatricidae
-
De gangmijntjes van deze soort zijn moeilijk te vinden. De vlekmijnen daarentegen zijn dikwijls al vanop een afstand goed te zien. Doordat de mijnen verkleuren en er soms meerdere per blad zijn vallen ze goed op.
-
Op sommige plaatsen kan deze soort massaal voorkomen.
|
Familie: Bucculatricidae
-
Oudere rupsen leven vrij op het blad en doen aan venstervraat. Er worden dus stukken bladmoes weggevreten, meestal aan de onderkant van het blad (de bovenepidermis wordt ongemoeid gelaten). Zo ontstaan doorzichtige stukken die doen denken aan vensters.
|
Familie: Bucculatricidae
-
Deze soort komt enkel voor in de gebieden waar de waardplant staat. Vooral dus aan de kust waar zulte (ook wel zeeaster genaamd) staat. Ook komt deze plant massaal voor in het Antwerpse havengebied.
-
Het is niet geheel duidelijk hoe de soort overwintert.
|
Familie: Bucculatricidae
-
Deze zeer zeldzame soort lijkt alleen in de provincie Luxemburg voor te komen.
|
Familie: Bucculatricidae
-
Mijnen van deze soort kunnen soms in zeer hoge aantallen worden aangetroffen.
-
Oudere rupsen doen aan venstervraat (duidelijk te zien op de eerste foto van gallerij "Rups"), soms vreten ze zelfs door alle bladlagen heen zodat er gaten ontstaan (te zien op dezelfde foto in het midden bovenaan).
|
Familie: Bucculatricidae
-
Opmerkelijk is dat de gang wegbuigt net voor of net wanneer de frassloze larvekamer wordt uitgevreten.
|
Familie: Bucculatricidae
-
De sneeuwwitte cocons van deze soort vallen goed op tussen de blaadjes van de waardplant.
-
Toch blijft deze soort vrij zeldzaam in ons land. Is enkel recent waargenomen in Antwerpen en Limburg.
|
Familie: Bucculatricidae
-
Oudere rupsen leven vrij op het blad en doen aan venstervraat zoals alle andere Bucculatricidae.
-
Sinds kort (2013) door Zoë Vanstraelen ook op Myrica gale (gagel) waargenomen in België, voorheen was deze waardplant enkel in Groot-Brittannië gekend.
|
Familie: Bucculatricidae
-
Deze soort komt voor op ingevoerde planten zoals Gonospermum fruticosum en Argyranthemum frutescens, deze planten zijn afkomstig van de Canarische eilanden.
|
Familie: Bucculatricidae
-
In België is de hoofdwaardplant meidoorn.
-
Op www.bladmineerders.nl staan nog heel wat andere waarplanten.
-
Een van onze algemeenste Bucculatricidae. Deze soort kan overal worden waargenomen in elke provincie! Soms in vrij hoge aantallen.
|
Familie: Bucculatricidae
-
Zeer zeldzaam in ons land, vermoedelijk zelfs uitgestorven. In 2019 herontdekt in het zuiden van de provincie Luik! Een aantal cocons en imago's werden aangetroffen op een plaats met relatief veel wilde averuit.
|
Familie: Bucculatricidae
-
Deze mijnen zijn gemakkelijk te herkennen door de zijgangetjes die zich telkens bevinden aan een bocht in de hoofdgang.
-
In Groot-Brittannië komt de soort ook voor op Ulmus procera en op Ulmus carpinifolia.
-
Gelijkende soort is Bucculatrix ulmifoliae maar deze soort heeft de doodlopende zijgangetjes niet en is ook een stuk algemener.
|
Familie: Bucculatricidae
-
Deze recent ontdekte soort in Nederland is bij ons ook al op verschillende plaatsen waargenomen.
-
Doordat er op Amerikaanse eik twee soorten Bucculatricidae voorkomen is het moeilijk om verlaten mijnen op naam te brengen zonder rups of cocon. De mijnen van Bucculatrix ulmella en die van Bucculatrix ainsliella zijn bijna niet van elkaar te onderscheiden.
-
Deze soort werd in 2014 door onze werkgroep vooral in de provincie Limburg in hoge aantallen waargenomen.
|
|
|