Familie: Bucculatricidae
-
Deze rupsen doen, zoals alle andere Buccultricidae, aan venstervraat en leven dus vrij op het blad nadat ze hun mijntje gemaakt hebben.
-
De witte schijfvormige coconnetjes die je op sommige foto's ziet zijn coconnetjes die de rupsen spinnen om daarin te gaan vervellen.
|
Familie: Coleophoridae
-
De kokers zijn zowel boven- als onderzijdig te vinden.
-
Deze soort is zeer polyfaag en leeft vooral op Rosaceae.
-
Lapjes worden over het algemeen uitgesneden uit de bovenepidermis.
|
Familie: Coleophoridae
-
Deze soort leeft zeer polyfaag op tal van voedselplanten. Toch zijn Betula (berk) en Crataegus (meidoorn) de voornaamste.
-
Sommige auteurs vermoeden voor de rups een tweejarige cyclus.
-
Sindskort ook op Myrica gale (wilde gagel) aangetroffen.
|
Familie: Coleophoridae
-
Deze soort is een van onze gewoonste Coleophora's. C. serratella is een erg polyfage soort.
|
Familie: Coleophoridae
-
Een erg lokale soort die nooit in grote aantallen wordt aangetroffen.
-
Gemakkelijk te herkennen samengestelde koker.
|
Familie: Coleophoridae
-
Berk, Betula spec. is veruit de voornaamste waardplant.
|
Lichte groenglanskokermot
Familie: Coleophoridae
-
De voornaamste waardplant is Corylus avellana (Hazelaar).
-
Deze soort maakt zowel mijnen aan de onder- als bovenkant.
|
Familie: Coleophoridae
-
Na de overwintering maken de larven geen mijnen meer, maar veroorzaken ze skeletvraat.
-
Er is geen duidelijkheid over de juiste of belangrijkste waardplanten van deze soort. (verschillende auteurs noemen andere planten)
|
Familie: Coleophoridae
-
Een vrij zeldzame soort die verspreid voorkomt in ons land.
-
Een typische koker waarvan de verschillende bladfragmenten steeds zichtbaar blijven.
|
Familie: Coleophoridae
-
De rups vreet vlak voor het overwinteren erg veel kleine mijnvlekjes uit een blad, na overwintering worden vensters uit het blad gesneden.
|
Familie: Eriocraniidae
-
Deze zeldzame soort werd sinds kort terug vastgesteld in ons land na meer dan 30 jaar afwezigheid. Na 2004 in heel wat provincies vastgesteld.
-
Soms in hoge aantallen te vinden!
|
Familie: Gracillariidae
-
Over het hele land verspreid maar niet overal gewoon.
|
Familie: Gracillariidae
-
Een zeldzame soort die misschien door haar gelijkenis met Phyllonorycter quercifoliella verkeerd wordt gedetermineerd.
-
De voornaamste voedselplanten zijn Quercus-soorten en Castanea sativa, maar de soort leeft ook op tal van andere loofbomen, o.a. Carpinus betulus en Fagus sylvatica.
|
Familie: Gracillariidae
-
Verspreid over het hele land, maar nooit erg talrijk.
-
De soort werd ook op aangeplante Ostrya carpinifolia waargenomen, maar vrijwel alle meldingen komen van Carpinus betulus.
|
Familie: Gracillariidae
-
Een erg lokale en zeldzame soort in België, slechts op een paar plaatsen waargenomen.
|
Familie: Incurvariidae
-
Meestal meerdere mijnen per blad.
|
Familie: Incurvariidae
-
Op foto 2 is duidelijk het litteken zichtbaar dat overblijft waar de vlinder het ei heeft afgelegd.
-
Ook de rupsen van Incurvaria soorten rusten in hoefijzervorm in de mijn (goed te zien op de hoofdfoto).
|
Familie: Nepticulidae
-
Op hazelaar (Corylus avellana) zijn de mijnen van Stigmella floslactella en Stigmella microtheriella over het algemeen nog uit elkaar te houden door de begingang waarin het frass bij Stigmella microtheriella in een smalle centrale lijn ligt terwijl bij Stigmella floslactella de begingang zo goed als volledig is gevuld. Maar door variatie in de mijnen kan het soms moeilijk worden.
|
Familie: Nepticulidae
-
Op hazelaar (Corylus avellana) zijn de mijnen van Stigmella floslactella en Stigmella microtheriella over het algemeen nog uit elkaar te houden door de begingang waarin het frass bij Stigmella microtheriella in een smalle centrale lijn ligt terwijl bij Stigmella floslactella de begingang zo goed als volledig is gevuld. Maar door variatie in de mijnen kan het soms moeilijk worden.
|
Familie: Nepticulidae
|
|