U bent hier
Coleophora gardesanella Toll, 1954
Oranjebruine bijvoetkokermot
Familie:
Synoniemen:
= machinella Bradley 1971
= maritimella Machin, 1884; nec Newman, 1973
Soort mijn:
Imago:
Het imago heeft okergele tot bruine voorvleugels met lichtere lengtestrepen. De voelsprieten zijn duidelijk geringd. De spanwijdte is ongeveer 10 mm.
Koker:
De rups leeft in een licht gele tot grijze zijden koker. Deze is slank buisvormig en driekleppig. De mondhoek is 45° - 60°.
Opmerkingen:
- De koker lijkt sterk op die van C. trochiella maar deze van C. gardesanella is slanker, met een kleinere mondopening en een zwakkere vernauwing achter de mond.
- Ook de rupsen gelijken op elkaar: "Lijkt sterk op de larve van C. trochiella, maar de achterrand van het pronotum heeft twee donkere vlekken" (Emmet ea, 1996a).
- Er is een enkele melding voor 2004 uit Luxemburg. Vermoedelijk is de soort uitgestorven.
Waardplanten:
Achillea millefolium
Duizendblad
Achillea ptarmica
Wilde bertram
Artemisia maritima
Zeealsem
Artemisia vulgaris
Bijvoet
Centaurea jacea
Knoopkruid
Tanacetum vulgare
Boerenwormkruid
Verspreiding België:
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Verspreiding algemeen:
Enkel nog uit Italië, Kroatië en Griekenland gekend.
Levenscyclus:
De kokers zijn te vinden van september tot na de overwintering in juni.