U bent hier
Stigmella anomalella (Goeze, 1783)
Meestal ligt het ei aan de onderkant van het blad en dicht tegen een nerf.
De gele rups heeft op de rug een reeks van donkere vlekken. De kop is bleek transparant tot donkerbruin.
Een lange kronkelende gang die geleidelijk aan verwijdt ligt meestal langs de bladrand en overschrijdt zichzelf vaak. In het eerste gedeelte van de mijn vult het grijsgroene frass de gang volledig. Op een bepaald moment kan het frasspatroon volledig veranderen, het frass wordt bruin tot zwart en kan in boogjes (Zie foto 2) liggen of eerder korrelig (zie foto 1) in een centrale lijn, het kan zelf dicht opéén gepakt (zie foto 4) liggen maar steeds in een centrale lijn.
De cocon is rood tot roodbruin.
- Op Rosa. sp. komen in ons land twee soorten uit het genus Stigmella voor nl. Stigmella anomalella en Stigmella centifoliella. Daarnaast kan er in Wallonië op dezelfde plantensoorten nog een derde soort voorkomen, eentje uit het genus Ectoedemia. Maar deze mijnen zijn totaal verschillend, zie ook Ectoedemia angulifasciella.
- De mijnen van Stigmella anomalella en centifoliella zijn soms moeilijk uit elkaar te houden.
- De mijn van Stigmella anomalella is over het algemeen langer dan die van centifoliella. Ook veranderd het frasspatroon bij anomalella regelmatig doorheen de mijn terwijl bij centifoliella het steeds in een centrale lijn ligt.
- Stigmella anomalella is te vinden op de wilde, en iets minder dan centifoliella, op gecultiveerde Rosa-soorten.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort komt in grote delen van Europa voor, onbreekt wel nog in landen zoals Spanje, Griekenland en nog enkele andere kleinere landen en eilanden. Op het Aziatisch continent werd de soort al gemeld uit Kazachstan en het uiterste Oosten van Rusland. Ook zijn er reeds meldingen van exemplaren uit Canada en het westen van de Verenigde Staten van Amerika. (verspreidingskaart)
De motjes vliegen in twee generaties per jaar gedurende de maand mei en augustus. Minerende rupsen kunnen gevonden worden in juni tot eind juli en terug vanaf september tot ver in oktober.