U bent hier
Coleophora vulnerariae Zeller, 1839
De voorvleugels zijn okergeel met duidelijke brede witte lengtestrepen. De witte voorrandslijn loopt tot de vleugelpunt. De voelsprieten zijn tot de top geringd. De spanwijdte bedraagt 12 mm - 15 mm.
De rups leeft in een zaadje op de zaden van de waardplant: Anthyllis vulneraria (Wondklaver).
- Deze soort is een zaadeter. Gezien de voedselplant, Wondklaver, "kwam" ze enkel in de kalkstreek voor.
- Buiten een oude melding voor 1980 uit Namen zijn ons geen waarnemingen bekend. Er is dan ook een sterk vermoeden dat deze soort uitgestorven is in België.
- Het imago is te verwarren met tal van andere soorten, genitaalonderzoek is daarom aangewezen.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Heel Europa behalve in het Noord-oosten, daar alleen uit Zuid-Rusland bekend.
De jonge rupsen boren van zaaddoosje naar zaaddoosje. Enkel als ze volgroeid zijn leven ze in de kelk en kruipen ze zo rond. Soms hangen de bloemdeeltjes nog aan de kelk vast. De rupsen zijn volgroeid in mei. De imago's zijn te vinden in juni en juli.