U bent hier
Eriocrania semipurpurella (Stephens, 1835)
Het ei wordt op enkele mm van de bladrand afgelegd op de jonge bladeren van berk. Wanneer de bladeren in de loop van het voorjaar groeien ontstaat een gat op de plaats waar het ei is afgelegd.
De witte rups heeft een okergeel-bruine kop.
De mijn start als een kort gangetje dat dicht tegen de bladrand aanligt. Daarna maakt de rups een blaasmijn die een groot deel van het blad kan beslaan. Het zwarte frass ligt in lange draden.
De rups verpopt in een harde zijden cocon in de grond.
- Verlaten mijnen van deze soort zijn niet op naam te brengen.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort komt zo goed als overal voor in Europa.
De motjes vliegen in de maanden maart en april in één generatie. Minerende rupsen kunnen gevonden worden vanaf eind maart tot begin mei.