U bent hier
Eriocrania sangii (Wood, 1891)
Grijsrupspurpermot
Familie:
Soort mijn:
Ei:
Het ei wordt afgelegd vrij dicht tegen de bladrand.
Rups:
De jonge rupsen van deze soort zijn eerder lichtgrijs maar hoe ouder de rupsen hoe donkerder grijs ze worden.
Mijn:
De mijn start als een kort gangetje dat dicht tegen de bladrand aanligt (goed te zien op foto 1). Daarna maakt de rups een grote vuilwitte blaasmijn die zich in de richting van de hoofdnerf verderzet of zelfs de hoofdnerf oversteekt. In de blaasmijn ligt het frass in lange zwarte draden.
Cocon/pop:
De rups verpopt in de grond in een harde zijden cocon.
Opmerkingen:
- Deze Eriocraniidae-mijn is gemakkelijk op naam te brengen aan de hand van de loodgrijze rups die erin zit.
- Normaal altijd één rups per mijn maar soms gebeurt het dat de eitjes zo dicht tegen elkaar worden afgelegd dat twee rupsen in één mijn kunnen zitten.
- Deze voor ons land in 2007 ontdekte soort komt reeds in alle provincies voor. Deze zeldzame soort kan men soms in hoge aantallen aantreffen.
Waardplanten:
Betula pendula
Ruwe berk
Betula pubescens
Zachte berk
Verspreiding België:
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Verspreiding algemeen:
Deze soort ontbreekt in de meeste Zuid- en Oost-Europese landen.
Levenscyclus:
De motjes vliegen in één generatie in maart en april, minerende rupsen zijn te vinden in april en mei.
Foto's imago:
Foto's mijn:
Foto's rups:
