U bent hier
Phthorimaea operculella (Zeller, 1873)
De eieren worden afgelegd op de bladeren of op de blootliggende knollen. Het vrouwtje van deze soort kan tot 200 eieren leggen.
De rupsen maken grote onregelmatige blaasmijnen. In de blaasmijn ligt het zwarte frass opeengepakt in het begin van de mijn. Er is geen begingang zichtbaar.
- Deze soort komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika.
- Deze soort wordt in veel gebieden als pest beschouwd.
- In Amerika en het Middellandse Zeegebied kan op de aardappel- en tabaksteelt de soort soms explosief voorkomen en zo grote delen van de gewassen aantasten.
- Ze komt ook voor op Nicotiana glauca.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort wordt het meest gezien in Zuid-Europa. Groot-Brittannië, Nederland en Duitsland zijn de meest Noordelijke gebieden waar de soort voorkomt.
In de regio's rond de Middellandse Zee kan de soort bij warme temperaturen 6 en soms zelfs meer generaties per jaar hebben. Bij ons worden motjes gezien vanaf augustus tot in november. Rupsen zijn te vinden vanaf de maand juli tot september.