U bent hier
Monochroa suffusella (Douglas, 1850)
De felgele rups heeft een doorschijnende donkerbruine kop. De prothoracale plaat is bleekbruin.
In de het begin van de winter mineert de rups het basale deel van de bladeren van de waardplant waar ze ook in overwintert. In het voorjaar maakt de rups een korte, bleekrode, bijna onzichtbare gang in het roodachtige gedeelte aan de basis van een overwinterend blad. Wanneer de gang verder loopt in het groenige gedeelte van het blad wordt de gang bleekgroen en verwijdt deze. De gang wordt dan bijna zo breed als het blad zelf. Het frass is lichtgeel tot groen.
De rups verlaat de mijn via een exit-hole aan de bovenkant van de mijn.
- Deze soort werd voor het eerst in ons land als imago gevonden door Dan Slootmaekers op 20 juni 2015 in Kalmthout op de Kalmthoutse Heide in de provincie Antwerpen. Later bleek dat deze soort ook al werd gevangen op 14 juni 2014 tijdens de nachtvlindermonitoring in de Kalmthoutse Heide, ze werd toen niet op naam gebracht.
- De imago's kunnen gemakkelijk verstoord en gevangen worden in de buurt van de waardplant. Op de locatie waar de soort gevonden werd is ze massaal aanwezig.
- Volledig artikel te lezen in het wetenschappelijk tijdschrift "Phegea" jaargang 43 (4) 01.xii.2015: 112 - 114 Artikel door Dan Slootmaekers en Willy De Prins.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Monochroa suffusella komt voornamelijk voor in het centrale en noordelijke deel van Europa. In het zuiden tot aan de lijn Frankrijk - Roemenië.
Deze soort heeft één generatie per jaar. De imago's vliegen van eind mei tot eind juli met een piek in juni. Beide Belgische waarnemingen werden gedaan in de eerste helft van juni.