U bent hier

Home
www.bladmineerders.be: 

Mompha lacteella (Stephens, 1834)

Tweelingwilgenroosjesmot
Familie: 
Synoniemen: 
= gibbiferella (Zeller, 1839)
Soort mijn: 
Rups: 

De kleur van de rups varieert van purper-bruin tot geel-roze, ze heeft een zwarte kop. De prothoracale plaat is zwart en de anale plaat en de borstpoten zijn donkergrijs.

Mijn: 

Mijnen van deze soort zijn te vinden in het vroege voorjaar, dan maken de rupsen in de onderste bladeren grote blaasmijnen waarin het frass in dikke korrels ligt.

Cocon/pop: 

De rups verpopt in een harde crème-kleurige cocon in de mijn of in de grond.

Opmerkingen: 
  • Mijnen van deze soort zijn niet te onderscheiden van die van Mompha propinquella.
  • Van deze zeer zeldzame soort zijn enkel oude waarnemingen bekend uit België uit Antwerpen en Namen. Geen recente waarnemingen bekend, uitgestorven?
Waardplanten: 
Epilobium hirsutum
Harig wilgenroosje
Epilobium montanum
Bergbasterdwederik
Verspreiding België: 

Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.

Verspreiding algemeen: 

Deze soort ontbreekt in Nederland en Luxemburg. Maar ook op de meeste eilanden en delen van Noordoost-Europa en enkele landen gelegen aan de Adriatische en Ionische Zee.

Levenscyclus: 

De motjes vliegen in de maand mei tot juli. Minerende rupsen zijn vroeg in het voorjaar te vinden in de maand maart en april.