U bent hier
Coleophora adspersella Benander, 1939
De voorvleugels zijn geheel bespikkeld met zeer veel kleine ruwe donkerbruine vlekjes. Ook zijn er kleine, erg onduidelijke, fijne lijntjes met bijna geen contrast met de grondkleur van de vleugel.
De witte voelsprieten zijn bruin geringd. De spanwijdte bedraagt 13 - 16 mm.
De koker is ongeveer 7 a 8 mm groot en is driekleppig. De zijden koker is bleekgeel en hier en daar is gegranuleerd donkerder materiaal terug te vinden op de koker. De volwassen koker is cilindervormig en er zijn duidelijke bleekbruine lengtelijnen te zien. De koker heeft een mondhoek van 0° tot 10°.
De verpopping gebeurt in de strooisellaag.
- Deze soort is een zaadeter.
- Op geschikte vindplaatsen kan de soort talrijk voorkomen.
- Het is een beestje dat voornamelijk aan de kust te vinden is.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Heel Europa, behalve het Noord-Oosten en het Iberisch schiereiland.
De larven leven tot in mei. De vlinders vliegen van eind mei tot begin augustus.