U bent hier
Epinotia nanana (Treitschke, 1835)
De jonge rups is roodbruin, volwassen rupsen zijn grijsgeel. Ze hebben ook een roodbruine anale plaat en gelijkgekleurde pinacula. De kop, prothoracale plaat en de borstpoten zijn zwartbruin tot zwart.
De rupsen maken een spinsel tussen de naalden en mijnen een klein aantal (ca. 5) naalden uit en gaat zich via een spinselbuis verplaatsen van naald naar naald. Het meeste frass ligt tegen de spinselbuis, maar ook gedeeltelijk in de mijn zelf.
De verpopping gebeurt in de spinselbuis of op de grond in afgevallen naalden.
- Een niet zo algemene soort in ons land.
- De soort overwintert als jonge rups.
- Deze soort wordt ook waargenomen op Picea sitchensis, pugens, orientalis, omorika en op Abies alba.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Komt in bijna geheel Europa voor behalve in grote delen van het Balkan schiereiland.
De motjes vliegen van juni tot augustus. De rupsen zijn te vinden van in het najaar tot in mei.