U bent hier
Spilonota ocellana (Denis & Schiffermüller, 1775)
De rups is roodbruin, de kop en prothoracale plaat is zwart. De anale plaat is bleker of donkerbruin.
De rupsen maken een spinselbuis aan de onderkant van het blad. Soms gebeurt het dat de rupsen een onregelmatige blaasmijn maken.
De pop is donker roodbruin en ligt ofwel op de plaats waar de rupsen het spinsel gemaakt hebben of tussen de schors van de waardplant.
- Deze soort kan vooral in Zuid-Europa als pest optreden in boomgaarden. Bij ons wordt de soort vooral op duindoorn (Hippophae rhamnoides) waargenomen.
- Hering noemt enkel duindoorn en gagel als waardplant voor deze soort.
- Razowski noemt daarbij een hele hoop andere planten zoals Alnus, Cydonia, Cerasus, Prunus, Malus, Pyrus, Armeniaca, Amygladus, Cotoneaster, Crataegus, Padus maar ook op Vaccinium myrtillus, uliginosum en vitis-idaea. Zelfs op Betula, Sorbus, Rubus en de soort is zelfs al waargenomen op mossen.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Zo goed als geheel Europa.
De motjes vliegen in van eind mei tot eind augustus, maar kunnen soms nog worden waargenomen in september en oktober. Met een piek van eind juli tot midden augustus. Minerende rupsen worden gevonden vanaf juli tot in october maar na de overwintering vreten ze verder maar dan tussen samengesponnen bladeren.