U bent hier
Incurvaria oehlmaniella (Hübner, 1796)
Het ei wordt in het blad afgelegd meestal dicht tegen de bladtop. Meestal meerdere eitjes per blad.
De rups is wit of geel en heeft een zwarte kop.
De jonge rupsen maken een kleine blaasmijn die dicht meestal tegen de bladtop aanligt, maar bij meerdere mijnen per blad ook ergens anders in het blad. Al gauw maakt de rups in de blaasmijn een snede zowel in de boven- als onderepidermis. Die twee ovaal/ronde stukjes epidermis spint ze aan elkaar en daarmee laat de rups zich op de grond vallen. In dit zakje leeft de rups nog een hele tijd verder van dode bladeren van de waardplant.
De rups verpopt in het zakje dat wordt vastgesponnen aan een tak of plant op de grond.
- Buiten België wordt de soort ook waargenomen op Rubus chamaemorus; op die plant worden meestal meerdere eieren afgelegd.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort komt bijna overal in Europa voor.
De motjes vliegen in één generatie in de maanden juni en juli. Minerende rupsen kunnen gevonden worden in juli en augustus.