U bent hier
Coleophora inulae Wocke, 1877
Deze soort is okerbruin met op de aders verscheidene lichte lengtestrepen. De voelsprieten zijn spierwit. De spanwijdte is 13 mm - 16 mm.
De rups mineert onderzijdig.
De rups leeft twee jaar in een 15 mm lange buisvormige koker. Deze is slank, driekleppig en geel tot grijs. Het eerste deel van de koker is grijs, daarna is het zijdeachtig en creme-kleurig. De mondhoek is 0° - 10 °.
- De soort werd voor 1980 enkel uit Brabant gemeld en er bestaat dan ook een sterk vermoeden dat deze soort in België uitgestorven is.
- De rups leeft 2 jaar.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
De soort komt in Midden- en West-Europa voor, ook in : Finland, Estland, Letland en Zuid-Rusland en ook in Hongarijë, Bulgarijë en Roemenië.
De rupsen zijn volgroeid op het einde van het tweede jaar in het najaar, soms zelfs in het derde jaar in de lente. De imago's zijn te vinden in juni en juli.