U bent hier
Clavigesta purdeyi (Durrant, 1911)
Deze soort lijkt goed op Pseudococcyx thurionella maar is kleiner in grootte. De achtervleugel is donkerder en de labiale palpen en kop zijn grijs terwijl ze bij P. thurionella okerkleurig zijn.
Het ei wordt aan de top van een naald afgelegd.
De rups is roodbruin.
De rups begint de mijn bovenaan de naald en daalt af in de richting van de basis van de naald. De rups overwintert in de eerste naald. Na de overwintering maakt ze nieuwe mijnen door in de schubben van nieuwe naalden heen te boren en die uit te mijnen. Die naalden vallen af.
De rups verpopt in een losse coccon tussen samengesponnen naalden.
- Monofaag op Pinaceae.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort komt enkel voor in Groot-Brittannië, Noorwegen, Nederland, Groothertogdom Luxemburg, Duitsland, Denemarken, Zwitserland en Frankrijk.
De motjes van deze soort vliegen van juli tot september. Rupsen zijn te vinden van in het najaar; september tot juni-juli.