You are here
Adscita statices (Linnaeus, 1758)
De voorvleugels van deze soort zijn metaalgroen en de achtervleugel bruingrijs. Opgelet voor verwarring met Adscita geryon (kleine metaalvlinder) en Jordanita globulariae (prachtmetaalvlinder).
De vlinder legt de eitjes af op Rumex (zuring).
De jonge rups is geel en is bestekeld, ze heeft een donkerbruine kop. Enkel de jonge rupsen mineren, de oudere rupsen leven vrij op het blad. De rups overwintert halfvolwassen in de vegetatie. Na de winter verpopt ze zich in een cocon dicht tegen de grond.
De jonge rups maakt hele korte mijntjes van ongeveer 1cm lang. Het grootste deel van het frass wordt verwijderd uit de mijn.
- Het is maar heel zelden dat mijnen van deze soort worden gevonden.
- Gelukkig had Stéphane Claerebout een bevrucht vrouwelijk exemplaar gevangen die eieren gelegd had. Die eitjes werden in kweek gezet en de jonge rupsen werd Rumex als voedsel gegeven. In het veld zoiets waarnemen zou quasi onmogelijk geweest zijn!
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Geheel Europa.
De vlinders vliegen in één generatie per jaar van midden mei tot begin augustus. Ze zijn vooral gedurende de dag actief, zeker op zonnige dagen zijn ze vooral op bloeiende planten te vinden.