You are here
Calamotropha paludella (Hübner, 1824)
Lisdoddesnuitmot
Familie:
Soort mijn:
Ei:
Het ei wordt aan de bladrand afgezet.
Rups:
De geelbruine rups heeft een oranjebruine kop.
Mijn:
De slanke rups mineert in de zomer en herfst de bladeren van bovenaf naar beneden en overwintert in de basis van de mijn of in de wortels. In de lente mineren de rupsen de dode bladeren of zelfs de stengel.
Cocon/pop:
De rups verpopt in de stengel.
Opmerkingen:
- Deze soort is vooral te vinden waar lisdodde staat in waterrijke omgevingen, meren, natte venen en moerassen.
Waardplanten:
Typha angustifolia
Kleine lisdodde
Typha latifolia
Grote lisdodde
Verspreiding België:
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Verspreiding algemeen:
Deze soort komt zo goed als overal voor op het vasteland. Ze ontbreekt wel nog op de meeste eilanden.
Levenscyclus:
De motjes komen voor van eind juli tot eind augustus. Rupsen zijn te vinden vanaf het eind van de zomer (september) tot in april of mei.