You are here
Mompha terminella (Humpreys & Westwood, 1845)
Het ei wordt afgelegd aan de bovenkant van het blad weg van de middennerf.
De witte rups heeft bruine kop en ze heeft een opvallende groenige maaginhoud.
De mijn start als een smalle gang die meestal een aantal cirkels of halve cirkels maakt rondom de plaats waar het ei werd afgelegd. Het zwarte frass ligt korrelig in een brede lijn. Aansluitend kan een gang-blaasmijn worden gevormd maar meestal wordt die gemaakt op een andere plaats. Daar maakt de rups een snede in de epidermis en begint een nieuwe mijn waarin het zwarte frass min of meer in een centrale lijn blijft liggen. Deze mijnen vallen goed op door hun groen-witte kleur.
De rups verpopt in een witte cocon op het blad ofwel tussen afgevallen bladeren op de grond. Soms gebeurt het dat de rups verpopt in de mijn.
- Een zeldzame soort die lokaal massaal aanwezig kan zijn zoals in Torhout op 20-08-2011 toen we 100den mijnen vonden van deze soort op heksenkruid.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort komt voor in de meeste centrale en westelijke landen van Europa, ook in Spanje maar ontbreekt in de rest van de zuidelijke en oostelijke delen van Europa.
De motjes vliegen van midden juni tot in augustus in één generatie. Minerende rupsen kunnen gevonden worden vanaf de tweede helft van augustus tot de eerste helft van september.
