You are here
Agonopterix arenella (Denis & Schiffermüller, 1775)
De rups is bleekgroen of geelachtig met donkere dorsale en laterale lijnen. De kop is bleekbruin of geelachtig, de prothoracale plaat is gelijkaardig maar met aan elke kant een zwarte vlek.
De jonge rupsen maken een heel kort gangmijntje. Later voeden ze zich extern door aan venstervraat te doen vanuit een spinsel aan de onderkant van het blad. Op Centaurea en Serratula rollen de rupsen een blad naar beneden op en spinnen dit vast.
De rups verpopt tussen het bladafval of in de grond.
- Een heel gewone soort die bijna het gehele jaar kan worden waargenomen.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort komt zo goed als overal voor in Europa. Ze ontbreekt wel op de meeste eilanden en ook in Spanje.
De motjes vliegen van september tot in mei. Ze overwinteren binnenshuis of in andere schuilplaatsen. Rupsen zijn te vinden van mei tot begin augustus.