You are here
Coleophora wockeella Zeller, 1849
Het imago van deze soort is vrij groot, exemplaren kunnen meer dan 22mm vleugelspanwijdte hebben. Het opvallendste aan deze vlinder is dat de eerste helft van de antennes opvallend verdikt is.
De koker is donkerbruin en tweekleppig. De rups vergroot de koker regelmatig met uitgemijnde stukken blad. De vergrotingen zijn slordig aan elkaar gezet waardoor de overgangen zeer duidelijk te zien zijn. Volgens de literatuur zou de koker slechts 10mm groot zijn maar eigen ervaring leert ons dat de volwassen koker gemiddeld 15mm groot is met uitschieters tot zelfs 18mm. Het uiteinde van de koker is meestal licht gekromd.
De rups maakt vrij grote vlekmijnen op de bladeren van betonie.
De rups verpopt op een stengel in de buurt van de waardplant.
- In 2018 ontdekt door Chris Steeman in de provincie Namen. Een artikel over deze soort is verschenen in het juni-nr. van Phegea - het wetenschappelijke tijdschrift van de V.V.E.- Steeman C. 2019. Coleophora wockeella (betoniekokermot) en Elachista differens (zeggemineermot) (Lepi doptera: Coleophoridae, Elachistidae) nieuw voor de Belgische fauna. — Phegea 47(2): 26–29. On page 26.
- Een zeldzame soort in ons land.
- De koker is een stuk groter dan in de literatuur beschreven staat. Uit kweek gemerkt dat kokers tot 18mm geen uitzondering waren.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Vooral in West- en Centraal-Europa. Ontbreekt in Scandinavië, Portugal, Nederland en grote delen van het Balkan-Schiereiland.
De rupsen beginnen te eten in de maand september en vreten door in gunstige omstandigheden tot zelfs in de maand november. In het voorjaar herbeginnen de rupsen te eten en maken ze de koker groter en groter. De rupsen eten door tot ergens midden mei daarna verpoppen ze. De imago's vliegen vanaf midden juni tot juli in één generatie per jaar.