You are here
Digitivalva pulicariae (Klimesch, 1956)
De rups is bleek geelgroen met een dorsale donkere lijn en heeft een bruine kop.
De rupsen maken vuilwitte blaasmijnen die voorafgegaan worden door een korte gang die aan de hoofdnerf vertrekt. Het grootste deel van het frass wordt uit de mijn verwijderd. De rups maakt verscheidene mijnen.
De rups verpopt in een open netvormige cocon aan de onderkant van een blad of tussen het afgevallen bladmateriaal.
- Deze soort werd vóór 1980 gemeld uit Brabant, Namen en Luik. Sindsdien nooit meer waargenomen in ons land. Uitgestorven of over het hoofd gezien?
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort ontbreekt van Polen tot Noorwegen inclusief Denemarken en ook in Portugal en op de meeste eilanden in de Middellandse Zee.
Deze soort vliegt in één generatie. Ze zijn te vinden van augustus en na de overwintering terug tot in mei. Minerende rupsen zijn te vinden in juni en juli.