You are here
Coleophora auricella Fabricius (1794)
Deze soort heeft een witte basiskleur waarop smalle geelachtige tot okerkleurige lijnen te zien zijn die naar de apex donkerder worden.
Deze soort maakt een geelbruine bladkoker die, wanneer ze volwassen is, ongeveer 10 tot 15mm lang is. De mondhoek van de koker is ongeveer 25°. Wanneer de uitsnede voor de koker te construeren aan de bladrand ligt kan de rand van de koker getand zijn. (zie foto 6 gallerij Koker).
Wanneer een koker vergroot wordt, wordt een korte gangmijn gemaakt met zwart frass gevolgd door een vlekmijn waaruit de koker uitgesneden wordt. Het gangetje die voorafgegaan wordt door de uitsnede verbreedt aanzienlijk (zie foto 1 en 2 gallerij Mijn). De vlekmijn die daarop volgt wordt dan uitgesneden om de volgende koker te construeren. Dit herhaalt de rups een aantal keer tot ze volwassen is.De volwassen rupsen maken vlekmijnen. De rupsen verlaten de koker soms helemaal om verderop tussen het blad verder te eten en de vlekmijn te vergroten.
- In 2016 nieuw voor ons land gevonden in de Hoge Venen. Dit is dus de tweede waarneming voor België.
Voorlopig enkel in de provincie Luik en Namen gevonden.
In Europa ontbreekt deze soort vooral in het noordelijke deel. Niet in Scandinavië, Baltische Staten, Groot-Brittannië en Nederland.
De kokers zijn te vinden van in het najaar tot in begin juni. De imago's vliegen in één generatie van eind juni tot begin augustus.