You are here
Cnephasia incertana (Treitschke, 1835)
De groene of olijfbruine eieren worden één per één of in groepjes afgelegd op allerlei soorten planten. Deze soort is zeer polyfaag!
De rups is donkergroen tot zwart. De kop is geelbruin met zwartbruine rand. De prothoracale plaat en borstpoten zijn zwart.
De jonge rupsen maken voldiepe mijntjes van onbepaalde vorm met weinig frass. Spinsel wordt afgezet in de mijn. Later leeft de rups tussen samengesponnen bladeren.
De pop is roodbruin.
- Mijnen van deze soort worden heel weinig gevonden terwijl de vlinder vrij algemeen is.
- Ook op allerlei soorten Alchemilla, Arthemisia, Aster, Atriplex, Campanula, Cirsium, Crepsis, Digitalis, Erigeron, Erysimum, Euphorbia, Fragaria, Fumaria, Gagea, Genista, Geranium, Globularia, Hippochaeris, Impatiens, Inula, Lactuca, Lamium, Lepidium, Lysimachia, Melilotus, Pimpinella, Saxifraga, Scrophularia, Sonchus en Spergularia. En waarschijnlijk nog heel wat andere waardplanten.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Zo goed als geheel Europa, ontbreekt wel op de meeste kleinere eilanden.
De motjes vliegen van eind mei tot het eind van juli / begin augustus. Minerende rupsen zijn te vinden van april tot in juni.