You are here
Yponomeuta cagnagella (Hübner, 1813)
Kardinaalsmutsstippelmot
Familie:
Synoniemen:
= cognatella (Hübner, 1825)
Soort mijn:
Ei:
De ronde en afgeplatte eieren worden in hoopjes (20 tot 50) afgezet op de waardplant.
Rups:
De rups is bleek geelgrijs.
Mijn:
De jonge rupsen maken een klein blaasmijntje in de jonge bladeren. Dat verlaten ze al gauw om vrij te gaan leven in een gezamenlijk spinsel.
Cocon/pop:
De rupsen van deze soorten verpoppen onderaan het spinsel waarin ze eerder vrij leefden. De poppen liggen in een harde witte cocon en hangen naast elkaar in het spinsel.
Opmerkingen:
- In het voorjaar verraden slaphangende scheuten van de waardplanten de aanwezigheid van rupsen.
- Deze soort kan ook worden waargenomen op gecultiveerde vormen van Euonymus. In Nederland zelfs op Vinca major (Grote maagdenpalm).
Waardplanten:
Euonymus europaeus
Wilde kardinaalsmuts
Verspreiding België:
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Verspreiding algemeen:
Bijna geheel Europa.
Levenscyclus:
Deze soort wordt als vlinder waargenomen van juni tot in september. Minerende rupsen in de maanden april en mei.