You are here
Pseudoswammerdamia combinella (Hübner, 1786)
De geelachtige rups heeft een bleekgele kop. Er is een groengele dorsale lengtelijn en er zijn subdorsale lengtelijnen aanwezig die omgeven zijn door roodachtige stippen.
De rups maakt een blaasmijntje waaruit ze zo goed als alle frass naar buiten werkt door middel van een opening die de rups maakt in de onderepidermis. Na het blaasmijntje leven de rupsen vrij op het blad in een spinsel.
De rups verpopt in een witte cocon die in het webje gesponnen wordt.
- Monofaag op sleedoorn.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort ontbreekt nog in grote delen van het Balkan schiereiland. Ook in Portugal, Finland, Estland, Letland, Litouwen en zelfs in Luxemburg is de soort afwezig.
De motjes van deze soort vliegen in één generatie van eind april tot begin juni. De rupsen zijn te vinden van juli tot september.