You are here
Argyresthia abdominalis Zeller, 1839
De roodgele rups heeft roodbruine vlekken. De kop is zwart en de prothoracale plaat donkergrijs met zwarte vlekken.
De naaldachtige bladeren worden leeggegeten van de basis tot de top en terug om dan onder de schors door in de volgende naald te kruipen en deze ook te mineren. Wanneer de rups voldoende gegeten heeft zal ze pas een gat maken in de naald om erbuiten te gaan verpoppen. In de top van de mijn ligt er steeds veel frass opééngehoopt.
De rups verpopt in een cocon op de grond of tussen de bladeren.
- De motjes kunnen uit de jeneverbesstruiken geklopt worden in de maanden juni en juli.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort ontbreekt nog in grote delen van het Balkan schiereiland. Ook op het Iberisch schiereiland, Ierland en delen van Oost-Europa is de soort afwezig.
De motjes vliegen van mei tot begin augustus, met een piek in juni en juli. De rupsen zijn te vinden in de maanden maart en april.