You are here
Spilonota laricana (Heinemann, 1863)
De grijsbruine rups heeft een zwartbruine tot zwarte kop. Ook de prothoracale plaat en de borstpoten zijn zwartbruin tot zwart.
Vanaf eind juli spinnen de rupsen van deze soort enkele naalden bijéén en mijnen ze die uit. Na de overwintering boord de rups zich in een ontwikkelende knop en verpopt daarin.
De pop is te vinden in de lente in een ontwikkelende knop. De pop is gelijkaardig aan die van Spilonota ocellana.
- Deze soms zeer algemene soort is het meest te vinden in Larix bossen in zo goed als alle provincies. Ze ontbreekt wel nog in de provincie Namen!
- Ook gemeld van op Larix kaempferi, polonica en Picea sitchensis.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort ontbreekt in het grootste deel van Zuid-Europa. Zoals Spanje, Portugal en het Balkan schiereiland. Ze is Oostelijker wel meer verbreidt, van Karelië tot de Caucasus, ook in Siberië. Zelfs uit China en Japan wordt de soort gemeld.
De motjes vliegen van eing mei tot begin september. Minerende rupsen zijn te vinden in de nazomer.