You are here
Rhopobota ustomaculana (Curtis, 1831)
De eitjes worden afgelegd in kleine groepjes op de stengel en de bladeren.
De groenbruine rups heeft een lichtbruine kop, de prothoracale plaat is bleek lichtbruin, de borstpoten zijn bruinzwart en de pinacula zijn zwartgrijs.
De jonge rupsen maken grote voldiepe brede gangen of zelfs blaasmijnen met verspreide frass, in de meeste gevallen blijft het frass hangen aan het begin van de mijn aan de buitenkant van het blad. In de mijn leven de rupsen niet lang, ze gaan gauw over tot het samenspinnen van enkele bladeren om van daaruit aan skeletvraat of venstervraat te doen. De bladeren worden letterlijk uitgevreten tot aan de onderepidermis die ongemoeid wordt gelaten.
De roodbruine pop ligt tussen de samengesponnen bladeren.
- Deze zeldzame soort die enkel in de provincie Namen, Luik en Luxemburg werd gemeld. Dit zijn ook de plaatsen waar de meest rode bosbes te vinden is.
- Monofaag op Vaccinium vitis-idaea.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Ontbreekt in grote delen van Zuid-Europa.
De motjes vliegen in één generatie van juni tot juli. De rupsen zijn te vinden vanaf de nazomer en na de overwintering tot april - mei.