You are here
Syncopacma albipalpella (Herrich-Schäffer, 1854)
De rups is mat paarsrood, alleen het thoracale en eerste twee abdominale segmenten zijn okergeel. De anale plaat en de borstpoten zijn zwart. De kop en de prothoracale plaat zijn geelbruin.
De rups leeft tussen samengesponnen bladeren, deze mineert ze volledig uit door middel van ovale gaten te maken in de epidermis en zo het blad in te gaan. De mijnen bevatten zo goed als geen frass.
De pop is roodbruin.
- Deze soort is heel zeldzaam bij ons, ze is vooral te vinden waar verfbrem en stekelbrem staat.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Syncopacma albipalpella komt in heel weinig landen voor: Groot-Brittannië, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië en Oostenrijk.
De motjes vliegen in één generatie in de maand juli. Rupsen zijn te vinden vanaf september tot in juni.