You are here
Phyllonorycter insignitella (Zeller, 1846)
Aanvankelijk een vouwmijn aan de onderkant van een blad, slechts een deel van het blad beslaand, nadien wordt de mijn sterk vergroot tot ze het hele blad omvat en sterk opgeblazen is.
Verpopping in de mijn.
- Zeer lokaal en zeldzaam.
Zeer lokaal en zeldzaam, vroeger uitsluitend uit Brabant bekend (streek van het Zoniënwoud), in 2009 ook éénmaal uit Hainaut vermeld.
Palaearctisch: bijna Europa, behalve Ierland, Portugal en het uiterste zuidoosten, vermeld uit Kazakhstan, Oekraïne, Oezbekistan en Siberië (http://www.gracillariidae.net/species/show/2227). Waargenomen in al onze buurlanden.
Twee generaties per jaar: rupsen in juli en in september-oktober; motjes in mei-juni en in augustus. De pop van de najaarsgeneratie overwintert in de mijn.