You are here
Phyllonorycter apparella (Herrich-Schäffer, 1855)
De mijn is onderzijdig en heeft één tot twee duidelijke plooien in de epidermis. Het frass ligt in een hoopje in één van de hoeken van de mijn.
De rups verpopt in een witte cocon in de mijn zelf.
- Werd vroeger enkele keren gemeld uit Brabant en Namur en is sindsdien nooit meer uit België vermeld.
Van oudsher vermeld uit slechts twee provincies: Brabant en Namur. Nadien niet meer waargenomen.
Holarctisch: Noord- en Centraal-Europa, Kazakhstan, Oekraïne, Turkije; Canada, Verenigde Staten (http://www.gracillariidae.net/species_by_code/PHYLAPPA). Nog niet vermeld uit GD Luxembourg en het Verenigd Koninkrijk. De melding uit Nederland is nadien herroepen.
Twee generaties per jaar: rupsen in juni en in september-oktober; motjes in mei en in juli-augustus. De pop overwintert.