You are here
Caloptilia robustella Jäckh, 1972
Voorvleugel met gele voorrandsvlek die langs de buitenkant niet verlengd is naar de apex. Bij Caloptilia alchimiella is die vlek wél verlengd langs de voorrand.
Niet te onderscheiden van de mijn van Caloptilia alchimiella.
De cocon aan de onderzijde van het blad zou iets geelachtiger zijn dan die van Caloptilia alchimiella.
- Zeldzamer dan de verwante Caloptilia alchimiella, maar toch op heel wat plaatsen verspreid over het hele land waargenomen.
Uit het hele land vermeld. Volgens sommige auteurs zou de soort in iets meer xerotherme biotopen leven.
Palaearctisch: Europa, maar niet gewoon in het zuiden, Oekraïne (http://www.gracillariidae.net/species_by_code/CALOROBU). Komt voor in al onze buurlanden.
Enkele niet van elkaar te onderscheiden generaties per jaar: rupsen in mei-juni en van augustus tot oktober; motjes van april tot november. De pop overwintert.