You are here
Exoteleia dodecella (Linnaeus, 1758)
De eieren worden afgelegd op de jonge scheuten van Pinus sylvestris.
De oranje tot bruine rups heeft een zwarte kop.
De rupsen beginnen te mineren vanaf september door middel van een gat te maken ongeveer tussen het midden van de naald en de top en die binnen te dringen. Het gemaakte gat wordt terug dichtgesponnen. Ze mineert naar de naaldtop, soms ook in de andere richting. Na de overwintering in de naald spint de rups een aantal naalden bijéén en vreet hij aan de scheuten.
- Deze soort is een naaldmineerder.
- Deze soort kan soms een pest zijn in de dennenplantages.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Bijna overal is deze soort te vinden. Ontbreekt wel op de meeste eilanden van Europa.
De motjes vliegen vooral in de maand juni en juli. In Nederland worden ze zelfs nog vroeger en later waargenomen; vanaf midden mei tot eind augustus. Minerende rupsen zijn te vinden van september tot het jaar erop in maart.