You are here
Elachista maculicerusella (Bruand, 1859)
Het ei wordt meestal niet zo ver van de bladtop afgelegd.
De geelgroene rups heeft een lichtbruine kop en pronotum.
Van ongeveer aan de bladtop daalt een onregelmatige blaasmijn af. De mijn is ondiep en daardoor kleurt deze groenig. De rups kan verschillende mijnen maken.
De rups verpopt buiten de mijn aan de voet van een blad in de omgeving van de mijn in een gordelpop.
- Zeer gewone soort in België.
- Oligofaag op Poaceae.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort komt zo goed als overal voor behalve in Spanje en Portugal en op de meeste eilanden van Europa.
Deze motjes vliegen in twee generaties per jaar, van eind april tot het eind van juni. En dan terug van begin juli tot midden september. De rupsen zijn te vinden van april tot mei en terug in de maand juli.