You are here
Elachista gleichenella (Fabricius, 1781)
Het ei wordt aan de bladonderzijde afgelegd.
De volwassen rups is witgrijs en ze heeft een donkerbruine kop, de prothoracale plaat is zwart.
De jonge rupsen maken in augustus en september een kleine kronkelende gang. In het voorjaar wordt de mijn geleidelijk aan vergroot en wordt een onregelmatige langgerekte blaasmijn. Het donkere frass ligt verspreid in hoopjes. De blaasmijn kan de volledige breedte van het blad innemen. De rups kan een nieuwe mijn starten in een ander blad. Heel typisch zijn de voorwaartse uitlopers op verschillende plaatsen vooraan in de mijn.
De verpopping vind plaats in een losse cocon.
- Deze zeldzame soort werd door Jean-Yves Baugnée in 2010 herontdekt in de provincie Namen.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort ontbreekt in op het Iberisch schiereiland en in grote delen van het Balkanschiereiland.
De motjes van deze soort vliegen van eind mei tot begin augustus. De rupsen zijn te vinden van september tot in mei het jaar daarop.