You are here
Coleophora antennariella Herrich-Schäffer, 1861
De soort is eentonig grijs met soms amper waarneembare donkerder grijze stipjes. De spanwijdte is 9,5 mm tot 11 mm.
Het eitje wordt afgezet op een bloempje van de waardplant.
De rups leeft eerst van en in een bloempje daarna maakt ze een kokertje van een bloempje.
De koker wordt eerst gemaakt van een bloemdeeltje, met een buisvormige zijden top, deze is in de lente wittig tot licht grijs. De koker heeft een mondhoek van 80°.
- Het is een erg zeldzame soort! Vermoedelijk zelfs uitgestorven.
- Ze leeft monofaag op Luzula pilosa.
- Deze soort is een zaadeter.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Enkel uit West- en Noord-Europa bekend.
De rupsen leven van juli tot april. De verpopping gebeurt meestal op een boomstam op een zonnige plaats. De imago's zijn in mei te vinden.