You are here
Coleophora galbulipennella Zeller, 1838
Deze soort is een van de grootste Coleophoridae's in België. De spanwijdte is 14 mm - 20 mm. De voorvleugels hebben brede okerkleurige lijnen op de aders. Ook zijn er zeer veel kleine zwarte stipjes op de aders merkbaar. Deze blijken echter bij nader onderzoek bruinachtig te zijn met witte deeltjes.
Het eitje wordt afgezet op een blad van de waardplant.
De rups leeft in een buisvormige zijden koker. Deze is 12 mm lang en is driekleppig. Hij is afwisselend geel/wit en zwart met lengtestrepen getekend. De mondhoek is 40°.
Na de winter maken de rupsen vlekmijnen in de grondbladeren .
De verpopping gebeurt dichtbij of op de grond.
- De belangrijkste waardplant: is Silene nutans (nachtsilene).
- De soort is sinds 1980 nooit meer waargenomen in België, uitgestorven of over het hoofd gezien? Sinds 2014 terug herontdekt in ons land in de provincie Luxemburg.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
In vrijwel heel Europa aanwezig.
De rupsen zijn volwassen in mei of juni. De imago's zijn te vinden van eind mei tot begin juli. In het najaar leven de larven van de rijpende zaden; na de winter maken ze vlekmijnen in de grondbladeren.