You are here
Coleophora artemisicolella Bruand, 1855
Het imago is okergeel en heeft tal van lichtere lengtestreepjes. De spanwijdte is 9.5 tot 13mm. De voelsprieten zijn deels geringd.
Het eitje wordt afgezet op een bloempje van de waardplant.
De koker is gemaakt van een bloemhoofdje en is daardoor erg moeilijk te vinden als hij op andere bloemhoofdjes zit (zoals te zien op foto 5).
De koker is 5 mm en heeft een mondhoek van 45°.
Zeldzaam voor deze soort zijn de kleine vlekmijntjes (Duidelijk op de hoofdfoto te zien), omdat ze meestal op de bloemhoofdjes zitten.
De verpopping gebeurt meestal op de stengel, dicht tegen de grond.
- Niet gemakkelijk te vinden soort.
- In de herfst zijn de meeste rupsen in rusttoestand en zitten ze soms al aan de onderkant van de bladeren van de waardplant. Door de stengel wat om te draaien kan je daardoor de kokertjes op de onderkant van bladeren aantreffen.
- Zitten ze nog op andere bloemhoofdjes dan is het erg moeilijk om ze te vinden. Een bloemhoofdje dwars op een ander bloemhoofdje verraad de aanwezigheid van deze soort (zie foto 5).
- Om de aanwezigheid van kokertjes vast te stellen is het ook nuttig naar de kleine vraatgaatjes te zoeken op de zaadjes. (zie foto 4)
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Een lokale soort die verspreid in heel Europa voorkomt.
De rupsen zijn te vinden van augustus tot na overwintering in mei. Imago's vliegen vooral in de maand juli.