You are here
Coleophora salinella Stainton, 1859
De voorvleugels zijn licht okerkleurig met onduidelijke zwarte stipjes tussen de aders. De voelsprieten zijn geringd tot 2/3 van de top, de top (1/3) is wit. De spanwijdte is 8,5 mm - 13 mm.
De rupsen maken een buisvormige zijden koker. Deze is 6 mm, grijsbruin en driekleppig. De mondhoek bedraagt 30° - 45°.
In het begin mineert de rups de blaadjes, later leeft ze op de zaden.
- Een zeldzame soort die vooral van aan de kust wordt gemeld.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Zuid-, West-Europa en Slovakijë, Hongarije en Ukraine.
De larven zijn volgroeid in september of oktober, ze overwinteren en verpoppen op de stengels van de waardplant in juni of juli. De imago's zijn te vinden in juli en augustus.