You are here
Eriocrania sparrmannella (Bosc, 1791)
Het ei wordt in het jonge blad afgelegd.
De witte rups heeft een bruine kop.
De mijn start meestal niet ver van de hoofdnerf als een smalle gang die zo goed als volledig gevuld is met zwart frass. De latere blaasmijn overdekt meestal de begingang maar desondanks blijft deze later nog steeds goed zichtbaar. In de blaasmijn ligt het zwarte frass in spaghetti-achtige draden.
De rups verpopt in een harde zijden cocon in de grond.
- Van alle Eriocraniidae zijn het de mijnen van deze soort die het laatst in het seizoen kunnen gevonden worden.
- Het eerste deel van de mijn komt ietwat hoekig over, later wordt dit overlopen door de blaasmijn.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Deze soort komt bijna overal in Europa voor behalve in heel wat Zuid-Europese landen.
De motjes vliegen van eind maart tot in mei. Minerende rupsen kunnen gevonden worden vanaf mei tot begin juli.