You are here
Coleophora sylvaticella Wood, 1892
De voorvleugels zijn okerkleurig tot geelgrijsachtig. De weinig contrasterende voorrandslijn is licht geel. De voelsprieten zijn wit met zwarte stipjes onderaan. De spanwijdte is 9 mm - 14 mm.
Het eitje wordt afgezet op een bloempje van de waardplant.
De rups leeft in een kokertje op de zaden. Dit kokertje is okerkleurig en van zijde gemaakt.
De verpopping gebeurt in de strooisellaag.
- Ook deze soort is uiterlijk niet te onderscheiden van andere op Juncus levende Coleophora's.
- Ze werd in oudere literatuur vaak verward met C. alticolella.
- Genitaalonderzoek kan zekerheid brengen.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Noord- en midden-Europa, ook in: Italië, Hongarijë en Roemenië.
De rupsen zijn te vinden van juli tot oktober in het eerste jaar. Na de overwintering gaan sommige rupsen voort eten, andere niet. Ze verlaten hun eetplaats ten laatste in augustus om dan te gaan verpoppen. De rups leeft twee jaar. De pop is te vinden in april en mei. De imago's vliegen van eind april tot begin juni.