You are here
Coleophora caespititiella Zeller, 1839
De voorvleugels zijn okerkleurig tot grijs met een lichte creme-kleurige voorrandstreep tot 3/5 van de vleugel. De voelsprieten zijn geringd van 1/2 tot soms 5/6 van de top. De spanwijdte is 8 mm - 10,5 mm.
Het eitje wordt afgezet op een bloempje van de waardplant.
De rups leeft in een klein kokertje van 4 mm - 5 mm tussen de bloemen of zaden van de voedselplant. De koker is grijs en dikwijls bezet met kleine zwarte uitwerpselen van de rups. Er zijn soms ook zwakke lichte lengtelijntjes te zien.
- Deze soort zit in een groep Rus-etende Coleophoridae en is meestal enkel door genitaal onderzoek te onderscheiden!
- Ze leven ook meer verborgen dan de andere russoorten.
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
Geheel West-Europa. Uit het noord-oosten zijn geen data bekend.
De rupsen zijn volwassen in oktober. Ze overwinteren tussen de zaden op de plant of op de grond. De imago's verschijnen midden mei tot begin juli.