You are here
Coleophora adjunctella Hodgkinson, 1882
Een kleinere bruine of grijze soort met een zwakke lichtere voorrand die zich tot 2/3 van de vleugel uitstrekt.
De vlinder heeft een spanwijdte van 8 mm tot 12 mm.
Het eitje wordt afgezet op de bloempjes van de waardplant.
De rups leeft eerst in één van de zaadjes van de waardplant en later gebruikt ze een leeg zaadje om daarmee rond te kruipen en andere zaadjes leeg te gaan eten.
- De soort leeft monofaag op Juncus gerardii, Zilte rus.
- Deze soort is geen bladmineerder, wel een zaadeter wat het erg moeilijk maakt om hem als koker te ontdekken.
- Ook Coleophora glaucicolella kan op deze Rus voorkomen.
- Juncus gerardii is een zeldzame plant die vooral aan onze kust voorkomt, langs de Scheldeoevers en ook in de buurt van Kortrijk. Daar is een omvangrijke populatie (van de plant) aanwezig (waarnemingen.be).
Info omtrent de verspreiding op Catalogue of the Lepidoptera of Belgium.
De soort is gekend uit vrijwel geheel Europa met uitzondering van: Spanje, Portugal, de Balkanlanden en enkele voormalige Russische deelstaten.
Volwassen rupsen leven tot mei. De meeste rupsen verlaten de waardplant om te overwinteren in de strooisellaag dicht tegen de grond. De verpopping gebeurt daar ook. De imago's vliegen van eind mei tot in juli.